Praatjes

Elke week een praatje van Roon.

Borstvoeding

Als je net aan het genieten bent van een grote zak friet met mayonaise, dan loop je geen modewinkel binnen. Dat doe je niet. Als je in de supermarkt bij de kassa staat en je mobieltje gaat af, dan neem je niet op. Dat doe je niet. En als je wel opneemt, dan is het om te zeggen dat je straks terugbelt. Als je in een volle tram zit en er komt een oud vrouwtje binnen, dan sta je op. Dat doe je dan weer wel. Na het eten een sigaretje opsteken in een restaurant, dat doe je al heel lang niet meer. Het zijn gewoon normale omgangsvormen, niets bijzonders.

Midden in een overvol vliegtuig je bloesje losknopen en je kind aan de borst leggen, dat doe je niet. Dat vond een KLM stewardess vorige maand op de vlucht van San Francisco naar Amsterdam. Zij vroeg de jonge moeder, Shelby Angel, om een dekentje over haar blote borst te leggen, dan was het verder prima.  Shelby was des duivels. Op Facebook riep ze afgelopen week op om de KLM te boycotten. De sociale media ontploften. #normalizebreastfeeding. Eva Jinek, zelf jonge moeder, barstte op televisie bijna in huilen uit. Dat je je kindje niet eens meer borstvoeding mag geven in een vliegtuig. Waar moet dat naar toe met deze wereld? De dikke oude betweter, Mart Smeets, was het helemaal met Eva eens. Ga je schamen KLM! Columniste Nynke de Jong vindt in de het AD ook, dat je overal en altijd je kind aan de borst mag leggen. “De borsten van jonge moeders zijn geen lustobjecten maar melkmachines”.

Ik begrijp al die hysterische reacties niet.  Eigenlijk begrijp ik al niet zo goed waarom jonge vaders en moeders met hun kroost in een vliegtuig stappen om op vakantie te gaan naar verre oorden. Daar is CenterParcs toch voor uitgevonden? Maar dat is weer een andere discussie. Natuurlijk mag je je baby de borst geven als het kindje honger heeft. Maar moet dat altijd en overal? Nou vooruit, dat mag altijd en overal, we leven in 2019. Maar mag het dan een klein beetje discreet? Is dat nou zo veel gevraagd?

Pech

Als kind kun je er niets aan doen. Je wordt geboren en je hebt geluk of je hebt pech. Staat je wiegje in een mooi huis in Wassenaar, in een grauwe flat in de Oekraïne of in een hutje in Soedan? Je hebt het niet voor het zeggen.  Je hebt het ermee te doen. Als je een beetje mazzel hebt, houden je ouders van je en zullen ze er alles aan doen om jou een mooie toekomst te geven. Je wordt netjes naar de kinderopvang gebracht, zodat papa en mama veel centjes kunnen verdienen. Dan kun je als baby fijn mee op vakantie, in het vliegtuig naar de zon. Niet zo huilen hoor…  Maar, het zou ook kunnen dat je ouders vinden dat het allemaal nog mooier en beter moet. Voor altijd naar de zon. Voor altijd naar een land dat nog niet bestaat. Een land waar papa met zijn vrienden voor gaat zorgen. Voor altijd naar het Kalifaat. En mama gaat goed voor jou zorgen. Ze gaat brood bakken en dan komen er ook nog broertjes en zusjes. En al die mensen die papa niet aardig vindt, die maakt hij gewoon dood. Dan wordt het allemaal nog mooier.

Je kunt er als kind niets aan doen.

Papa is dood. Een bommetje op zijn kop gehad. Je zit nu met mama en je broertjes en zusjes in een tent. Het is niet echt een luxe camping. Geen zwembad, geen strand, geen gezellig dorpje in de buurt, hekken eromheen en Koerdische soldaten die een oogje in het zeil houden. Dikke pech. Ik zag je moeder van de week op televisie. Nou ja, ik zag alleen haar ogen. Ze droeg  een nikab. Ze vertelde dat ze weer terug wilde naar de regen en de kou, omdat dat beter is voor jou. Van mij mag je komen hoor, maar ik ga wel af en toe naar een café om een biertje te drinken en ik ga niet bidden in de moskee. Dat je het maar weet. En als je daar later net zo boos om wordt als je vader, dan moet je toch maar niet bij ons komen wonen.

Een hele knappe meneer schreef afgelopen zaterdag in de krant dat je misschien beter met je moeder naar Tunesië of Marokko kan gaan.  Daar snappen ze wel wat de Profeet allemaal bedoelt met de regeltjes die hij verzonnen heeft. Vond ik ook wel een goed idee.  Ik ben bang dat de koning van Marokko dat helemaal niet vindt.  Je zult dus voorlopig nog wel een tijdje op die veel te drukke, saaie camping staan. Dikke vette pech. Maak er het beste van en doe de groeten aan je moeder.

Regeltjes

Wij wonen in een land met regeltjes. Heel veel regeltjes. Niet dat we ons daar aan houden. Ben je gek. De regel is: Als het licht rood is, moet je stoppen. Ik vertoef nogal eens in onze hoofdstad. Daar steek je over als het licht rood is, of je nou op de fiets zit of met de benenwagen bent. De verkoop van drugs is verboden, maar in Amsterdam meurt de hele stad naar de wiet. Op elk hoek van de straat kun je een zakje kopen om een lekkere joint te draaien. De sterke arm knijpt een oogje dicht. Gedogen noemen we dat. En dat doen we trouwens ook in de rest van Nederland. Als het Nederlands Elftal meedoet aan een WK, dan kleuren de straten oranje. Dat is de regel. De Nederlandse vrouwen spelen de finale van het WK. Heeft u een vlaggetje zien hangen? Ik niet. Niemand houd zich aan de regel. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Niemand vertelt ons wat wij moeten doen. Dat gaat al eeuwen zo. Willem van Oranje liet zich niet de wet voorschrijven door de koning van Spanje en als de supermarktmanager ons vraagt om geen plastic flessen in de prullenbak te gooien, dan doen we het gewoon toch…

Daar doe je het voor

Zo, het zit er al weer bijna op. Morgen om deze tijd zitten we lekker in ons eigen tuintje. Zelfde temperatuur, iets betere stoelen en het  biertje is van Hertog Jan. We zijn een weekje te gast geweest bij Stratos en Maria en hun twee zoontjes. Zij runnen een familiehotel met  appartementen op Kreta. Het was heerlijk. Elke ochtend een ontbijtje op het terras naast het zwembad, persoonlijk door Maria aan tafel geserveerd. Geroosterde boterhammetjes, plakje ham, plakje kaas, tomaatje, eitje en jam. Een glas koud water met sinaasappelsmaak en koffie of thee. Allemaal prima geregeld en alles met een gulle lach en een persoonlijk woordje. Op zo’n manier mis je het overweldigende ontbijtbuffet helemaal niet. Stratos en Maria doen het goed. Mijn vrouw en ik hebben het goed. Maar morgen gaan we dus weer naar huis. En daar kijk ik toch altijd weer naar uit. Dat moment dat je de sleutel in de voordeur steekt van je eigen huis. Dat je je realiseert wat een heerlijke wc-pot je toch eigenlijk hebt. Dat je straks onder de douche staat zonder dat er een douchegordijn aan je rug blijft plakken. Dat je vannacht in je eigen bed ligt met dat fijne kussen. De airco die ontbreekt, neem je op de koop toe. En dan dat ontbijtje! Gewoon een bruine boterham met hagelslag, lekker dik,  een beker koude melk en een krantje. Dat is toch heerlijk? Daar doe je het allemaal voor. In september hebben we nog twee weekjes vrij. Misschien toch nog een klein reisje boeken.

Twee fantastische dagen

Met een goede vriend naar het Holland International Blues Festival in Grolloo, Drenthe. Twee dagen lang. Vriend heeft onderdak geboekt in een dorpje een kilometer of zes verderop. Meteen twee fietsen erbij, dan kunnen we gewoon een biertje drinken. Ik heb de tickets geregeld.

Tien uur vrijdagochtend, we stappen in de auto. Om kwart over tien vraag ik, langs mijn neus weg, of vriend de tickets nog heeft uitgeprint. Ik zie de schrik in zijn ogen. Grapje. De tickets zitten in mijn tas. Altijd lachen met Roon. Een uurtje of vier later zitten we op de fiets. Het zonnetje schijnt. Nog een klein stukje, dan zijn we in Blues Village Grolloo. Plotseling slaat de schrik in mijn benen. Ik knijp in de remmen. De entreetickets, die zitten nog in mijn tas, en die staat dus nog in het huisje. Altijd lachen met Roon, zie ik vriend denken. Helaas. We maken rechtsomkeert.

Met flink wat kilometers in de benen arriveren we op het festivalterrein. Danielle Nicole heeft niet op ons gewacht. Dat is jammer, want wat is die dame goed. De laatste twee nummers van haar optreden pikken we nog mee. De top act van vrijdag moet Van Morrison worden. Hij staat voor kwart over acht geprogrammeerd. Met een biertje, broodje bal en nog een biertje en een boel lekkere muziek leven we toe naar Van the Man. Een stuk of acht topmuzikanten heeft meneer Morrison meegebracht. Ze doen hartstikke hun best, maar meneer zelf heeft niet in de gaten dat er publiek voor zijn snufferd staat. En we zijn toch met een mannetje of tienduizend. We klappen en we joelen. Het doet de artiest helemaal niets. In een razend tempo speelt hij zijn nummertjes. Ik kijk mijn vriend eens aan. Die Morrison krijgt toch betaald voor dit optreden? Is het dan teveel gevraagd om één keer dankjewel tegen ons te zeggen? Ja dus. Het woordje “klantvriendelijkheid” staat niet in het woordenboek van meneer Morrison. Prima, dan nemen wij nog een biertje, het is lekker weer en we hebben nog een paar bandjes te gaan. Veel plezier meneer Morrison. Het werden twee fantastische dagen. Dankjewel Johan Derksen.

 

De boot gemist

Met een paar goede vrienden hebben mijn vrouw en ik een gezellige middag in Rotterdam. Stadsgids Eveline heeft het gezegd. Aan het einde van onze wandeling door Delfshaven wacht ons nog een spectaculaire verrassing. Normaal gesproken is het op 8 juni mooi weer en zouden we na de stadswandeling neerstrijken op het terras van Café De Oude Sluis. Vanaf dat terras heb je namelijk een prachtig uitzicht op het spektakel dat ons om 17:00 uur te wachten staat. Maar vandaag is het terras gesloten. Af en toe een bui en veel wind. Ruim op tijd zoeken wij daarom een plekje op een van de bruggen. Het wordt vijf uur, maar het uitzicht blijft hetzelfde, best mooi, maar niet spectaculair. Het is kwart over vijf en we hebben het koud. Een beetje teleurgesteld lopen we naar het restaurant waar we hebben gereserveerd. Misschien kunnen we het daarvandaan ook wel zien. Stadsgids Eveline heeft ons beloofd, dat om vijf uur het reusachtige cruiseschip MS Rotterdam de haven zal verlaten en vanaf De Oude Sluis ziet dat er spectaculair uit. Als je geluk hebt groet de oude dame – de SS Rotterdam – met haar enorme scheepshoorn en antwoordt de MS Rotterdam door terug te toeteren. Om zes uur hebben we nog geen scheepshoorn gehoord en geen cruiseschip gezien. Op de telefoons wordt gecheckt hoe het nou werkelijk zit. Die stadsgids kan wel zoveel zeggen. Het internet geeft haar gelijk. Vertrektijd: 17:00 uur. Maar we kunnen ook zien dat het schip nog aan de kade ligt, reuze handig, die telefoons van tegenwoordig.

Na het hoofdgerecht verlaat ik de tafel even voor een toiletbezoek. Als ik mijn handen sta te wassen hoor ik hilariteit in het restaurant. Mijn naam wordt genoemd en er wordt gelachen. Wat staat mij nu weer te wachten? Aan de tafel krijg ik foto’s te zien van de MS Rotterdam die aan het einde van de haven, tussen de molen en de huizen door schuift. Het is een spectaculair gezicht.

Als je de vijftig gepasseerd bent, zal je moeten accepteren dat je af en toe de boot mist. Je moet nu eenmaal wat vaker plassen.

ROTTLUCHT

Het is natuurlijk niet fraai, dat weet ik ook wel. Deze plek is niet bedoeld om reclame te maken. Zeker niet als het gaat om een product van eigen hand. Maar het moet er nu toch maar eens van komen. Het zijn maar driehonderd woorden, u bent er zo doorheen.

Ruim drie jaar geleden sprak ik een leuke enthousiaste Rotterdamse dame die heerlijke luchtjes kon maken. De dag na dat gesprekje wisten mijn zoon en ik het, er moet een luchtje komen voor gewone mannen. Niet voor de ijdeltuiten zoals je ze in de parfumreclames ziet, maar gewoon voor de mannen zoals je ze in Rotterdam tegenkomt. Opgestroopte mouwen, zweet onder de oksels. Biertje en oké een sigaretje mag ook. En hoezo parfum? Het is gewoon geurwater. Het luchtje is er gekomen. De eerste versie was het net niet, maar inmiddels heeft de leuke enthousiaste Rotterdamse dame de lekkerste lucht van Rotterdam voor ons gemaakt: ROTTLUCHT. En daar is het niet bij gebleven. ROTTLUCHT is er ook voor onder de douche. Je kan er alles mee wassen, van je kruin tot je tenen. Hair & Bodywash? Nee joh, gewoon zeep. Om het geheel af te maken hebben we er ook nog een lekkere handdoek bij. De mannen van VFC 7 (u weet wel, die vorige week kampioen werden) hebben de zeep en het handdoekje inmiddels standaard in hun voetbaltas zitten. Lekker man! Nu de rest van Nederland nog. Dat is belangrijk, want wat is er nu mooier dan ROTTLUCHT als shirtsponsor van VFC 7? Daar is omzet voor nodig.  Weet u wat nu zo fijn is? Over een week of twee is het Vaderdag. En voor een cadeautje hoeft u echt de deur niet uit. Gewoon even naar www.rottlucht.nl. Dat is fijn voor vader en voor de mannen van VFC 7.

Kampioen II

Vorige week moest het gebeuren. De champagne stond al koud. Mijn zoon zou met VFC 7 kampioen worden. Het was een thuiswedstrijd. Mooier kon niet. Maar het ging mis. Niet dat er verloren werd, maar de tegenstander belde een dag  voor de wedstrijd af. Te weinig spelers. Dat kan in de wereld van het amateurvoetbal. En dus rijden we op zondagochtend 26 mei naar Den Haag voor de wedstrijd tegen het elfde van Quick. Met een handjevol supporters staan we op een knollenveld achter de kleedkamers. VFC 7 speelt zelden op veld 1, daar zijn de mannen inmiddels wel aan gewend. De bal gaat op het dak van de kantine. Is er een andere bal? Nee. De bal vliegt over het hek, in de sloot. Het spel ligt stil. Dit is de wereld van het amateurvoetbal. VFC 7 raakt er niet van in de war. En toch gaat het na twintig minuten mis. De eerste uitbraak van de Hagenezen is meteen raak. We staan met één nul achter. Zou het de spanning zijn? Gelukkig prikt onze spits er vlak voor rust nog ééntje in. Direct na rust scoren we de twee – één. En een paar minuten later… een hoge bal van achteruit. Daar komt de drie – één. We tellen hem al. Het feest kan beginnen. De Haagse verdediger ziet zijn keeper komen en stapt opzij. De keeper kijkt naar de bal, net als onze spits. Het is een harde botsing. De keeper gaat neer. Hij is out. Hij blijft liggen. 112 wordt gebeld. De scheidsrechter staakt de wedstrijd. Met bloemen en champagne in de dug-out is het wachten op de ambulance. Nu even geen feestje. De wedstrijd gaat de boeken in als 1-2 en dus is VFC 7, het team waar mijn zoon het slot op de deur is, kampioen van het seizoen 2018/2019. Als de keeper van Quick het veld in de ambulance verlaat, knalt de champagne. De wereld van het amateurvoetbal is keihard.

Kampioen

V: Waar komen Joden toch vandaan?

A: Israël, hier ver vandaan

V: Wonen daar ook Superjoden?

A: Ja, daar wonen ook Superjoden

V: Vinden Joden voetbal fijn?

A: Als ze maar voor Ajax zijn.

A: Amsterdam, Amsterdam, Amsterdam (2x)

(V= voorzanger, A= allen, melodie: het Smurfenlied)

Op woensdagavond had ik het zwaar. Om een uur of zes  wandel ik in een fijn lentezonnetje via het Rokin en het Damrak naar Centraal Station Amsterdam. Honderden vrolijke jonge mannen lopen mij tegemoet, Ze dragen sjaaltjes, vlaggen en shirtjes van de club uit deze stad. Hun club wordt vanavond kampioen van Nederland en dat gaan zij vieren op de pleinen en in de cafés.  Met mijn hoofd gebogen probeer ik zo snel mogelijk de trein naar Rotterdam te bereiken.

Als ik een dag later, halverwege de ochtend, in Schiedam weer op de trein naar mijn werk stap, blijkt het allemaal nog veel erger te kunnen. Tot mijn verbazing zit de trein uit Rotterdam vol met schreeuwende en joelende mannen. Ze zijn op weg naar de huldiging. Met een Rotterdamse tongval zingen ze over Superjoden en ze blèren dat je geen Jood bent als je niet springt. In het bovengedeelte van de dubbeldekker zitten heel veel Joden.  In Delft komt er een jongen naast mij zitten. Hij draagt het shirt van de landskampioen. Ik krimp ineen.  Het normaal zo ontspannen ritje van Schiedam naar Amsterdam is vandaag een helletocht. Als ik eindelijk de trein mag verlaten, wordt het er niet beter op. De hele dag wordt ik geconfronteerd met supportersgeluk, dat zich uit in luide primitieve dierlijke klanken.  Ik ben de dag doorgekomen, maar vraag niet hoe.

Toen mijn Rotterdamse kluppie twee jaar geleden gehuldigd werd, heb ik een vrije dag genomen en ben ik naar de Coolsingel gegaan. Dat doe ik voortaan ook als ze in Amsterdam weer wat te vieren hebben.

Winnen

Tom Dumoulin is begonnen aan de Ronde van Italië. Het is de bedoeling dat hij deze ronde voor de tweede keer op zijn naam gaat schrijven. Hij heeft er alles aan gedaan. Tijdens de eerste etappe, een korte tijdrit, wordt Tom meteen dik geklopt door een Sloveense schansspringer die een paar jaar geleden zijn ski’s ingeruild heeft voor een racefiets. Na 8 kilometer, een halve minuut achterstand. Dat is even slikken.

Afgelopen woensdag moesten we ook slikken. We dachten na 45 minuten dat Ajax de cup met de grote oren wel even zou gaan winnen. Twee nul voor in eigen huis en uit ook al met één nul gewonnen. Dat wordt de finale. Dat kan toch niet meer mis gaan? Het ging dus wel mis. En hoe!  In de laatste minuut van de verlenging. Einde verhaal. Het sprookje is uit.

Het verhaal van Kiki Bertens is nog lang niet uit. Het wordt steeds mooier. Ondanks de slechte adem van haar coach, won Kiki afgelopen zaterdag het WTA-toernooi in Madrid. Zij is nu de op drie na beste tennisspeelster van de wereld. We tellen weer mee in het internationale tennis.

En dan hebben we Duncan Laurence, de jongen die niet alleen mooi onder water kan zwemmen, maar ook nog mooi kan zingen. Alle deskundigen zijn het erover eens, de komende week gaan we voor het eerst sinds hele lange tijd het songfestival weer eens winnen. Het is al bijna zeker.

De Nederlandse Leeuwinnen beginnen over een paar weken aan het WK voetbal voor vrouwen. Ze zijn in vorm. Ze zullen de ene na de andere wedstrijd gaan winnen en op 7 juli zijn we wereldkampioen.

Wat zijn we goed! Maar wat nou, als het toch niet lukt, als we net naast de winst grijpen? Helemaal niet erg. Daar wordt het verhaal alleen maar beter van. Vraag maar aan die Ajax-supporters.