Natte ogen

Als ik met mijn fiets de stalling inloop, zie ik het bekertje op de put staan. Zo’n bekertje uit de koeling van de supermarkt. Waarom zet iemand een bekertje ijskoffie op een put? Behendig stuur ik mijn fiets erlangs en plaats hem in het rek. Als het zonnetje laag staat en de wind is fris, biggelen de tranen over mijn wangen. Bij het afstappen begint meestal ook mijn neus te lopen. Dat schijnt met het verouderingsproces te maken te hebben. Terwijl ik een papieren zakdoekje uit het pakje probeer te pulken, wandel ik naar de uitgang van de fietsenstalling. Links en rechts van het bekertje is ongeveer 3 meter vrij om te passeren, maar deze jongen presteert het om het bekertje vol te raken. Het resultaat van natte ogen en een krakkemikkige motoriek. De koffie spat over mijn net gepoetste schoenen. Gatver! Als je dat spul niet lekker vindt, giet het bekertje dan gewoon leeg in die put. Wordt het dan zo’n dag, vraag ik mij af. Wat staat mij nog allemaal te wachten? Het blijkt mee te vallen. Geen struikelpartij en geen vlekken op mijn overhemd of broek. Ik kom de werkdag zonder kleerscheuren door. ’s Avonds nog even lekker aan de grote tafel met de krant en een kop koffie. Niks aan het handje. Ik lees dat het binnenkort “Baby Loss Awarness Week” is. Naar aanleiding daarvan schrijft Véronique Heijs (klinisch verloskundige) een persoonlijk verhaal over haar ervaringen met doodgeboren baby’s. Ze vertelt in de krant over de mooie baby Eva, waarvan het hartje niet meer klopt. Onze Daniël was ook een prachtig jongetje. En ja hoor, dan gaat het aan het einde van de dag toch nog mis. Geen koffie over de krant. Ook geen kleerscheur. Wel natte ogen. Het zal wel met de leeftijd te maken hebben.