Het was een leuk stel, een beetje naïef. Sommigen zouden het simpel noemen, maar ze deden geen vlieg kwaad. Zij had nog gezegd dat ze beter naar een andere buurt konden gaan. “Ik heb verhalen gehoord waar je niet vrolijk van wordt.” Hij zag het probleem niet. “Als je je maar een beetje normaal gedraagt en niet te veel opvalt, dan kun je hier prima leven.” Ze waren mij inderdaad nooit opgevallen. Totdat ik ze daar zag liggen. Gewoon bij mij om de hoek. Het moet een verschrikkelijke lynchpartij geweest zijn. Zulke dingen verwacht je niet in je eigen keurige buurtje. Dat gebeurt alleen ver weg, in Afghanistan waar ledenmaten afgehakt worden of in de sloppenwijken van Rio de Janeiro, waar de drugsbendes elkaar afmaken. Maar nu komt het wel erg dichtbij. Daar lagen ze, in de goot. “De beelden kunnen schokkend zijn”, zou Annechien zeggen als er aandacht aan besteed zou worden in het Journaal. Maar er wordt geen aandacht aan besteed. Het is klein nieuws. Wie zou het gedaan kunnen hebben? Als ik bijna thuis ben, zie ik die rooie van de buren liggen. Heerlijk relaxt in het zonnetje. Hij slaat zijn ogen even op als ik langsloop en tukt dan weer lekker verder. Ik heb geen bewijs, maar het zou mij niet verbazen als hij de dader is. Of is dat stigmatiserend? Niet alle rooien zijn slecht. Er zijn er ook die wel deugen. Het zou net zo goed die zwarte geweest kunnen zijn. Die twee arme duiven hebben er niets meer aan, maar het zou goed zijn als duidelijk zou worden wie er achter dit vreselijke drama zit. Ook al is het al weer een tijdje geleden. Dat zie ik aan de vliegen die zich inmiddels te goed doen aan de kadavertjes. Ik ben bang dat we er nooit achter zullen komen. Het zou natuurlijk ook nog kunnen dat het helemaal geen katten geweest zijn, maar dat die twee arme stakkers gewoon iets verkeerds gegeten hebben. Bijvoorbeeld de slakkenkorrels uit mijn tuintje. Bij nader inzien is het misschien toch beter om deze zaak maar gewoon te laten rusten.