Praatjes

Elke week een praatje van Roon.

vakantie

Terwijl zijn zusje zich probeert te verstoppen, rent het kleine ventje er krijsend achteraan. Vader en moeder zijn in geen velden of wegen te bekennen. “Zal je het meemaken, die komen vast achter ons zitten. Lekker begin van de vakantie.” We staan in de vertrekhal van vliegveld Zestienhoven. Tegenwoordig heet dit vliegveld Rotterdam The Hague Airport, maar voor mij blijft het gewoon Zestienhoven. Ik ben nogal nostalgisch ingesteld, zoals u weet. Als we onze stoel in het vliegtuig gevonden hebben, blijkt de kleine schreeuwlelijk niet achter ons te zitten. Het is erger. Zijn zusje zit met vader aan de andere kant van het gangpad en de kleine giller zit op schoot van moeder naast mij. Het ventje is een jaar of anderhalf. Kinderen van die leeftijd houden niet van vliegen, is mijn ervaring. Als de lampjes van de veiligheidsriemen uit gaan, gooit de bejaarde vrouw voor mij haar stoel meteen in de ligstand. Tuurlijk joh, je hoeft met mij geen rekening te houden hoor. Je hebt tenslotte ook vakantie. Achter mij blijkt nog een klein ettertje op schoot te zitten. Ik voel dat hij constant met zijn voetjes tegen mijn rugleuning zit te trappen. De moeder naast mij gaat maar even wandelen in een poging haar kleintje stil te krijgen. “Ik hoop niet dat al die kutkinderen strak bij ons in het hotel zitten”, fluister ik mijn vrouw in het oor. “We hebben adults only geboekt”, fluistert ze terug. Opgelucht ontspan ik. Oortjes in, oogjes dicht. Over een uurtje of drie kan de vakantie echt beginnen.

vakantie Meer lezen »

Aanspreken

Heeft u dat ook weleens? Dat iemand u spontaan aanspreekt? “I like your glases”, hoor ik ongeveer 1 keer per maand van een klant in één van onze winkels. Vind ik leuk. Zo’n brilletje is tenslotte niet alleen om beter mee te kijken.

Als ik in de Leidsestraat loop, spreekt een beetje dikkige Indisch uitziende man mij aan. In het Engels. “You have lucky eyes”. Eerst denk ik dat hij mijn bril bedoelt. Daar ben ik tenslotte al een beetje aan gewend. Maar dat bedoelt hij niet, daar kijkt hij dwars doorheen. Hij begint een heel verhaal. Dat november mijn geluksmaand wordt, maar dat ik nu niet zo moet piekeren. Mijn hoofd zit te vol, zegt hij. Ik vraag hem een beetje lacherig hoe hij dat allemaal weet. “Ik zie het aan je aura. Ik ben astroloog.” De man maakt aanstalte  om mij nog heel veel wijze raad te gaan geven. Ik lach hem vriendelijk toe en zeg dat ik niet in astrologie geloof en wandel vrolijk door. Het zonnetje schijnt, morgen nog een dagje werken en dan heb ik vakantie. Kan ik mooi mijn hoofd leegmaken.

Op de eerste dag van mijn vakantie ga ik nog even bij mijn oude vader langs, in het verpleeghuis. In de lift spreekt een dame mij aan:

“Bent u Hoogendijk?”

“Wat zegt u?”

“Heet u Hoogendijk?”

“Nee, ik heet De Niet. Maar waarvan denkt u mij te kennen?”

“U lijkt sprekend op Hoogendijk van de sportschool.”

Met een big smile stap ik de weer lift uit. Nog nooit van mijn hele leven heb ik één voet in een sportschool gezet en ik zie eruit als de eigenaar van de sportschool. Over twee dagen lig ik in mijn zwembroek op het strand van Rhodos. Ik ben benieuwd wie mij dan allemaal gaan aanspreken.

Aanspreken Meer lezen »

Roon op de ezel

Er is sprake van een win-win situatie. Zoon heeft het ouderlijk huis verlaten en kan zijn vleugels uitslaan zonder last te hebben van twee bezorgde ouders die continu over zijn schouder meekijken. Mijn vrouw en ik hebben er ongeveer twintig vierkante meter vrij besteedbare ruimte bij gekregen. Voor de zekerheid hebben we zijn kamer nog even leeg laten staan, maar het lijkt erop dat hij alleen nog af en toe terug komt voor een voedzame maaltijd of een gezellig babbeltje, met koffie of een biertje. En dus heb ik mijn schildersezel afgestoft. Hij staat mooi in de voormalige kinderkamer. Het raam op het noorden. Zo hoort dat in een goed atelier. Ik vrees dat er voorlopig nog geen leeg doek op de ezel komt te staan. Tijdgebrek. Elke week een praatje, dat lukt nog wel, maar een olieverfschilderij, dat is andere koek. En toch blijk ik een aardige collectie opgebouwd te hebben. Ik kwam daar achter toen ik laatst een koffer van zolder moest halen. Allemachtig. Overal liggen werkjes van mijzelf. Bij het licht van de looplamp zagen ze er nog best aardig uit ook, al zeg ik het zelf. Zonde eigenlijk dat het hier maar ligt te verstoffen, onttrokken aan het zicht van de wereld. Ik moet er iets mee doen, dacht ik daar in mijn eentje op die stoffige zolder.

Zoals ik u een tijdje geleden vertelde zit ik inmiddels ook op instagram. Mijn zoon, die wel van deze tijd is, vertelde mij dat dat medium vooral voor plaatjes is. En mijn zolder ligt dus vol met plaatjes. Eén en één is twee. Elke week een werkje van Roon op de ezel en dan een fotootje op instagram. “Ik zit gelukkig niet op instagram”, zegt u? Dan heeft u pech, want meneer Instagram heeft een knopje gemaakt dat je aan kunt zetten, zodat het plaatje ook op facebook verschijnt. Komt er tot uw verrassing dan toch een keer iets langs, waarvan u zegt “Dat is nog best aardig, voor een amateurtje”, neem gerust contact op. Je weet maar nooit hoe het loopt. Die werkjes van die jongen van Van Gogh waren in zijn eigen tijd ook niets waard. Moet je nu eens kijken.

Roon op de ezel Meer lezen »

De man van Mark

Onze minister president, Mark Rutte, is hard, keihard. Hard, maar rechtvaardig, vindt hij zelf. Mark is ook hard voor zichzelf. Tijd voor een relatie is er niet. Hij dient het vaderland en daar moet alles voor wijken. Natuurlijk, er zal vast wel eens een vriendinnetje of een vriendje tussen de lakens liggen. Mark is niet van steen. Maar als zo’n partner in spé het waagt om na de seks een beleidspuntje van Mark aan te stippen, dan wijst onze premier resoluut naar de deur. Werk en privé blijven strikt gescheiden. Mark smeert nog liever zelf zijn boterhammetjes, dan dat hij zijn oren moet laten hangen naar een bemoeizuchtige partner. Zo hard is Mark dus voor zichzelf. En als  je hard voor jezelf bent, dan mag je dat ook voor anderen zijn. Afgelopen vrijdag kon hij dus met droge ogen vertellen dat Lili en Howik gewoon het land uit moeten. De rechter heeft gesproken en niet één keer, niet twee keer, maar inmiddels een keer of negen. Burgemeesters, ombudsvrouwen, advocaten, ze kunnen roepen wat ze willen. De kinderen moeten op zaterdagochtend het land uit. En die andere Mark van de VVD moet daar voor zorgen. Staatssecretaris Mark Harbers. Deze Mark hebben we niet zo veel gehoord. Hij zal geworsteld hebben. Deze Mark is al 10 jaar getrouwd met meneer Harbers. Na de seks wordt er bij de heren ongetwijfeld wel over het beleid gesproken, zeker als het over het uitzetten van zielige kinderen gaat. “Dat kan je niet maken Mark”, zal manlief gezegd hebben. “Maar Rutte is de baas en als ik nog iets in de politiek wil betekenen, dan zal ik moeten doen wat hij zegt”, heeft Mark geantwoord. “Als jij die kinderen echt gaat uitzetten, dan smeer je voortaan zelf je boterhammetjes maar.”

Mark Harbers heeft het lang kunnen volhouden. In de nacht van vrijdag op zaterdag moet de man van Mark de druk opgevoerd hebben, dat kan niet anders. “Als je nu geen gebruik maakt van je discreperende bevoegdheid, dan pleur je maar op. Dan kruip je maar lekker bij die baas van je in bed.” Het is discretionaire bevoegdheid”, en ze schoten beiden in de lach.

Ik vermoed, dat het zo ongeveer gegaan zal zijn. Misschien ook een klein standbeeldje voor de man van Mark, naast die van mevrouw Wilders?

De man van Mark Meer lezen »

Standbeeld

In Nederland mag je denken wat je wilt, je mag zeggen wat je wilt, je mag geloven wat je wilt, en je mag de spotprentjes maken die je wilt. Vrijheid van meningsuiting heet dat. Als je je een keertje beledigd voelt, is dat jouw probleem, want vrijheid van meningsuiting. En Geert Wilders strijdt daarvoor. Blijkbaar staat die vrijheid op de tocht. En dat komt door de Islam, zegt Geert. “Verbieden die Koran en alle moskeeën sluiten. Vrijheid van meningsuiting is een groot goed.”

Een jaar of tien geleden kreeg Geert een stel idiote baardmannen in Pakistan in de gordijnen met zijn filmpje Fitna. Daarna heeft hij van alles geprobeerd, maar veel verder dan een beetje ruis in de media kwam hij niet. Afgelopen week had Geert het dan eindelijk weer voor elkaar. De pleinen in Pakistan stroomden vol. Zijn Mohammed-cartoonwedstrijd was een schot in de roos. Geert geniet van aandacht. Hij droomt ervan. Het is verslavend. Geert wil de geschiedenisboeken in, zoals Willem van Oranje en Pim Fortuyn. De Grote Geert in brons op het Plein in Den Haag. Dat zou toch geweldig zijn?

Maar Willem van Oranje was van adel en streed een echte strijd en Pim Fortuyn was professor en schreef boeken. Hij had een visie. Geert komt niet verder dan pseudo patriottische prietpraat en het op stang jagen van religieuze baardmannen met foute ideeën.

Het begint er langzaam op te lijken dat er zich een heel lelijk idee in Geert’s bovenkamer heeft genesteld. Willem van Oranje kreeg een kogel door zijn hart. Pim Fortuyn werd vermoord met vijf kogels.  Eerst een kogel, daarna een standbeeld. In Den Haag is een Pakistaan opgepakt die het op Geert gemunt leek te hebben. De kogel kwam gevaarlijk dichtbij. Ik heb zomaar het idee, dat mevrouw Wilders haar man op andere gedachten heeft gebracht. Misschien een klein standbeeldje voor haar?

Standbeeld Meer lezen »

Uitzendkrachten

In het weekend dat er aan het spoor gewerkt wordt tussen Den Haag en Leiden, adviseert de NS Reisplanner mij om van Schiedam naar Rotterdam te reizen en daar de Intercity Direct te pakken naar Amsterdam, “toeslag verplicht”. In Schiedam lees ik op het infobord dat er geen treinverkeer mogelijk is op het HSL traject, omdat de trein kapot is. “Ja hoor, een uitzendkracht op de bok”, denk ik bij mijzelf. De NS Reisplanner adviseert mij nu om toch maar naar Rotterdam te gaan en daar de trein te pakken naar Utrecht en vandaar met de ICE naar Amsterdam te reizen “toeslag verplicht”. In Rotterdam aangekomen, blijkt mijn Intercity Direct wel klaar te staan. Ik neem de gok en stap in. Zonder problemen arriveer ik in Amsterdam. Die uitzendkracht zat dus niet op de bok, maar achter de knoppen van het infobord. De terugreis verloopt prima. Om 21:37 vertrekt mijn trein vanaf spoor 15a. In Rotterdam moet ik een kleine twintig minuten wachten voordat ik door kan naar Schiedam. Niks aan te doen. Vakantietijd. Als ik plaats neem op het bankje van perron 9, gaat de “slow whoop” af. Dat is een soort luchtalarm. Een vriendelijke vrouwenstem vertelt vervolgens op dringende toon dat het gebouw verlaten moeten worden via de aangegeven nooduitgangen. Zij blijft dit herhalen. Dat heb je, als het knopje van de “slow whoop” wordt ingedrukt. Wat zou er aan de hand zijn? Een bommelding? Is het zover, zijn de baardmannen in Rotterdam aangekomen? Ik zie geen politie, geen BHV hesjes, geen NS personeel en geen nooduitgangen. Iedereen verlaat het perron rustig via roltrap en loopt naar de verschillende uitgangen. Je moet nog wel even uitchecken, want de poortjes zijn dicht. Er moet blijkbaar nog een knopje ingedrukt worden om die open te zetten. Op het stationsplein staat iedereen een beetje verdwaasd op de telefoon te kijken, op zoek naar informatie. Geen sirenes, geen zwaailichten, geen rook, geen vuur. Een vredige zomerse vrijdagavond. Na tien minuten lopen er een paar mensen het station weer binnen. Ik volg, net als de rest van de reizigers. Nu staan de poortje wel open. Het is duidelijk. Ook de stationschef is op vakantie. Tip aan Roger van Boxtel: Leg die uitzendkrachten nou eens uit waar al die knopjes voor dienen en vooral wanneer je het knopje van de Slow Whoop mag indrukken.

Uitzendkrachten Meer lezen »

Relikwie

De teennagel van Gerard Reve. Je moet er niet aan denken. Mathijs van Nieuwkerk wel. Ik hoorde hem er afgelopen week enthousiast over vertellen. Als broekie mocht hij, lang geleden, zijn idool interviewen. Gerard bleek na het knippen van zijn teennagels de boel niet op te ruimen en Mathijs stak stiekem een nagel in zijn broekzak. Nu zit die teennagel in een medicijnpotje en dat staat nog altijd als een soort relikwie op zijn werkkamer.

Mijn oude vader woont sinds een paar maanden niet meer in zijn eigen huisje. Het verpleeghuis is zijn treurige lot. De woonkamer, die gemeubileerd is met degelijk instellingsmeubilair, deelt hij met 7 anderen. Op zijn slaapkamer heeft hij een hang- en een legkast, een nachtkastje en een plankje boven zijn bed. Dat betekent dus afscheid nemen van al je spulletjes. Echt alles.

Met vrouw, broer, zus, schoonzus en zwager hebben we er een paar weekenden voor uitgetrokken. Bij de kringloop en de milieustraat kennen ze ons inmiddels. Afgelopen zaterdag was de laatste grote verdeeldag. Alles wat op de één of andere manier waarde zou kunnen hebben, is verzameld en wordt uitgestald om verdeeld te worden. We vullen nog een laatste doos voor de kringloop en er gaat ook nog het één en ander de vuilnisbak in. Foto’s van overgrootvader en –moeder zijn leuk, maar wat doe je er mee? Niet weggooien in ieder geval. Het babyboek van mijn tweelingbroer en mijzelf is grappig. Het begin van 42 jaar lief en leed. Het begon vooral met lief. Een fotootje van twee jongetjes op een po die elkaar een kusje geven. Tweeënveertig jaar later eindigde het voor mijn broer Dick. Tussendoor hebben we ruzie gemaakt en ons kapot gelachen. Er zitten ook twee plukjes blond haar in het boek. “Voor het eerst geknipt 20-3-63”, staat erbij. Bij het ene plukje staat “Ronny”, bij het andere “Dicky”. Ik denk dat ik dat plukje eruit haal en in een medicijnpotje ga stoppen.

Relikwie Meer lezen »

Canal Pride

“Het is in Nederland allemaal prima geregeld voor de LHBT gemeenschap, wettelijk gezien. Maar het gaat om de maatschappelijke acceptatie. Daarom is de Canal Pride zo belangrijk.” Ik hoorde het Frits Huffnagel afgelopen vrijdag op mijn autoradio zeggen. Frits is een prominente en trotse homoseksueel. U kent hem misschien wel van televisie. Vroeger was hij wethouder in Amsterdam en later ook in Den Haag, maar tegenwoordig is hij voorzitter van Pride Amsterdam en werkt hij als BN-er. Ik hoor nog een paar collega BN-ers, en natuurlijk ook Ellie Lust, soortgelijke teksten roepen. Aan de talkshowtafel op vrijdagavond vertellen twee ministers dat ze mee gaan varen en ook zij zijn dezelfde mening toegedaan als Frits. “De Canal Pride is heel belangrijk voor de maatschappelijke acceptatie van de LHBT gemeenschap.”

Ik was toevallig in Amsterdam tijdens deze Canal Pride en ik heb ze weer gezien: Vreemd uitgedoste types die hun seksualiteit vol trots aan de maatschappij aan het tonen waren. Het is een soort carnaval, maar dan anders.

De Brabo’s en Limbo’s vieren hun feest in februari. Ze trekken rare kleren aan en hossen drie dagen lang, tot diep in de nacht, stom dronken door de vrieskou. Ik vind het raar, maar van mij mag het, zolang ik maar niet mee hoef te doen. Iedereen zijn feestje. Geen probleem.

De Lesbo’s en homo’s doen het midden in de zomer. Ze varen op versierde boten door de grachten van Amsterdam. Daarbij produceren ze een bak teringherrie waar de honden geen brood van lusten en aan het eind van de dag is iedereen ook hier stomdronken. Ik hou er niet van, maar van mij mag het. Toon je blote kont, trek een strak rubberen pakje aan bij dertig graden in de zon, zwaai in het rond met een reuzen dildo. Ik snap er geen reet van, maar doe het als je dat leuk vindt. Vier je feestje. Vier de liefde. Hartstikke mooi allemaal. Maar ga niet roepen dat dit allemaal nodig is om maatschappelijk geaccepteerd te worden. Doe effe normaal.

 

Canal Pride Meer lezen »

Maansverduistering

Amsterdam beweegt traag en  loom. De dag was heet en de avond brengt geen verkoeling. Het treinverkeer is in de war. Om 21:37 vertrekt er toch een trein naar Rotterdam.  Spoor 15a. Mijn telefoon plopt. Een berichtje: “Voorzichtig als je thuis komt. Ws nog luik open en zandzakken overal”.  Hoezo zandzakken? Geen wolkje aan de lucht. Hadden we maar een verkoelend regenbuitje. Ik check nu.nl. “Noodweer in Rotterdam. Eén dode en één  zwaar gewonde.” Het is donderdagavond. De avond voor de totale maansverduistering. Mijn telefoon plopt voor de tweede keer. Het is weer een berichtje van mijn vrouw: “De lamp in de gang klapt er ook nog uit. Schrok mij kapot.”

Oude beschavingen wisten het al. De goden willen iets vertellen met een maansverduistering . Het bracht zelden iets goeds. Oogsten mislukken, hongersnood en epidemieën zullen het volk treffen. De bloedrode maan is het teken.

Morgen is het zover. De aarde zal dan precies tussen de maan en de zon staan. De voortekenen zijn nu al waarneembaar. In Rotterdam duidelijker dan in Amsterdam. De hoofdstad wordt nog gespaard. Maar voor hoelang? Morgen is het vrijdag. Dat is de dag. Als ik door de avond fiets, zie ik hem. De maan. Hij is vol, tenminste bijna. Morgen pas echt. En hij is ook al rood, maar morgen zal hij bloedrood kleuren. Dat hebben alle deskundigen voorspeld. Wat ze er niet bij verteld hebben, is dat het hele land overspoeld zal worden met ellende. Donder en bliksem zullen ons treffen. Rotterdam kreeg al een voorproefje.

Inmiddels weten u en ik hoe het is afgelopen. We waren er klaar voor. Het luik achter de deur was dicht maar de zandzakken stonden nog klaar. Midden in de nacht ben ik de tuin nog ingelopen. Ik heb de hemel afgespeurd. Maar geen maansverduistering te bekennen. Gelukkig maar. Dat scheelt een boel ellende.

Maansverduistering Meer lezen »

Vrijdag 13 juli

Elk risico uitsluiten, dat had ik mij drie maanden geleden al  voorgenomen. De hele dag op een ligbedje in de tuin. Lekker in het zonnetje. Alleen af en toe naar binnen voor een koffietje of een frisje en verder niets. Vrijdag de dertiende. Maar het liep anders. Plichtsbesef. Ik ben toch op mijn fiets gestapt. Je laat je collega’s tenslotte niet in de steek.

In de trein word ik verrast door een oude bekende die ik al maanden niet meer gezien heb.  De dakloze straatmuzikant speelt tussen Leiden en Haarlem een moppie op zijn gitaar en tovert een glimlach op mijn gezicht. Als hij met de pet rondgaat, blijkt dat meer mensen in de coupé zijn vrijdagochtend blues kunnen waarderen.  Mijn vrouw apt een fotootje van een mooie bos bloemen. “gekregen van mijn werk. Twaalf en een half jaar aan de zaak” schrijft zij erbij. Een collega apt vlak daarna. “We hebben de gestolen spullen weer terug.”  Amsterdam ziet er vrolijk uit. Dat ligt niet aan Amsterdam, maar aan al die mensen die er in de zomerzon veel mooier en gezelliger uitzien. Een mooie Amerikaanse dame kijkt mij verbaast aan. Ze is een beetje in de war. “Het lijkt wel of ik uw tweelingbroer gisteren gezien heb. We waren in Delft.” “Dat was ik. In Delft hebben we ook een paar van die prachtige winkels en daar loop ik ook wel eens rond”.  Ze kocht uiteindelijk niets, maar wat geeft het, we hadden een gezellig praatje.  Ik lees op mijn telefoon dat Dylan Groenewegen zijn eerste etappe gewonnen heeft in de Tour de Frans. Als ik na een lange dag thuis kom, staat er een bakje kersen voor mij klaar. Het aller lekkerste zomerfruit.

Ik kijk nu al uit naar 13 september 2019. Dat zal waarschijnlijk de vrijdag zijn dat Gaston met zo’n gouden envelop bij ons aanbelt.

Vrijdag 13 juli Meer lezen »