Praatjes

Elke week een praatje van Roon.

Huftertjes

Met een boogje probeert hij het lege pakje in de prullenbak te gooien. Hij raakt de rand en het valt precies aan de verkeerde kant naar beneden. Ik sta naast de onfortuinlijke werper op het balkon van de trein. We zijn er bijna. De man is een kop groter dan ik en ongeveer twee keer zo breed. Een beetje ongeïnteresseerd kijkt hij naar het resultaat van zijn mislukte worp. Ik wacht op het moment dat hij zijn afval opraapt en het alsnog in de prullenbak gooit. Tevergeefs. Zal ik er wat van zeggen? Ik denk aan de woorden van mijn vrouw: “Jij krijgt nog eens een knal voor je kop.” Ik buk en gooi zijn afval in de prullenbak. “Good job sir”, hoor ik de man zeggen. De trein stopt en we stappen beiden uit. Snel naar de fietsenstalling, want het was een lange dag. Lekker naar huis.

De zon schijnt nog volop en het is druk op de weg. De auto’s rijden naast het fietspad in file. In de blauwe auto met het open dakje zit een stoere gozer. U kent ze wel: Petje achterstevoren, één hand boven op het stuur en een beetje scheef op de stoel. Precies op het moment dat ik hem op mijn fietsje passeer, gooit hij met een ferme worp een leeg pakje sigaretten door het open dak op het wegdek. ‘Het zal toch niet waar zijn?” Ik wil wat roepen, maar het gaat te snel. De automobilist achter de stoere gast heeft het ook gezien en reageert wel: toet toooeeet! Gelukkig, ik ben niet de enige die op deze manier in de wedstrijd zit. Terwijl ik verder fiets, denk ik aan de les die ik het afgelopen seizoen van René van der Gijp geleerd heb, tijdens de uitzendingen van Vandaag Inside: “Laat gaan… “

Onze regering maakt even geen beleid meer. Het is nu aan de politieke partijen om hun verkiezingsprogramma’s vol te schrijven met oplossingen voor de grote problemen met stikstof en CO2. Maar… mag er in al die programma’s misschien ook een paragraafje om iets te doen aan al die kleine milieuhuftertjes?

Huftertjes Meer lezen »

Mark

De ene Mark is de andere niet. Mark Cavendish wil graag de geschiedenisboeken in als de wielrenner die als enige vijfendertig touretappes op zijn naam heeft staan. Hij heeft er al vierendertig, maar zijn wielercarrière zit er wel zo’n beetje op, want de jaren beginnen te tellen. Daarom zette hij nog een keer alles op alles om tijdens deze Tour de France nog een ritje te winnen. Helaas… Afgelopen zaterdag lag hij met een gebroken sleutelbeen op het asfalt. Hij zal zijn plekje in de geschiedenis moeten delen met Eddy Merckx.

Onze eigen Mark Rutte is niet zo van de sport, maar weer wel van de geschiedenis. Hij studeerde het aan de universiteit van Leiden en droomde toen al van een plekje in de boeken waarin hij zat te lezen. Precies een jaar geleden is hem dat gelukt. Toen brak hij het record van Ruud Lubbers en was Mark Rutte de langst zittende premier van ons land. Missie geslaagd. De druk was eraf. Mark kon langzaam gaan toewerken naar het moment dat hij een einde kon maken aan het ellendige verstandshuwelijk dat zijn vierde kabinet toch was. Tot de verkiezingen voor de Provinciale Staten kon hij het nog wel volhouden, maar veel langer moest het toch niet duren. Niet dat hij dacht dat zijn carrière er daarmee wel zo’n beetje op zou zitten. In tegendeel. Hij is minister president van beroep, geen wielrenner.

Het plan is snel duidelijk. “Onze jongeren kunnen geen huis meer krijgen en dat komt door al die asielzoekers. We kunnen de instroom niet meer aan.” Dat het grootste deel van de instroom bestaat uit buitenlandse studenten en arbeidsmigranten, vertelt Mark er niet bij. Daar win je geen verkiezingen mee. Het wordt een één tweetje met de partijtop. Mark krijgt de opdracht om voor het zomerreces met een oplossing te komen en daarmee kan hij zijn spel hard spelen. Zo hard dat het kabinet wel moet vallen. Mark deed het allemaal in het belang van Nederland, zal hij ons de komende maanden gaan uitleggen. Ik ben benieuwd hoeveel mensen dit nu nog gaan geloven.

Mark Meer lezen »

Enquêtes

Afgelopen week zat ik in de spiksplinternieuwe Intercity Direct. Het is een prachtige trein met fijne faciliteiten om te werken of te ontspannen. De rugleuning van de stoelen staat, wat mij betreft, iets te recht, maar dat is een detail. Van buiten en van binnen ziet de trein er pico bello uit. Vlak na het vertrek kwam er een lieftallige jonge dame langs en vroeg: “De NS is benieuwd wat u van deze trein vindt. Heeft u tijd om een enquête in te vullen?” “Ja, daar heb ik tijd voor, maar ik ga het niet doen.” Dat was sneu voor de dame, maar ik doe het niet meer. Het is een principekwestie geworden. Enquêtes in de trein, enquêtes op het perron. Laat je een pizza bezorgen, dan heb je de volgende dag een enquête aan je broek. Ga je op Schiphol naar de WC, dan hoef je geen knop meer in te drukken om door te trekken, maar wordt je bij het verlaten van het toilet gevraagd om een knop in te drukken om zo jouw ervaring te delen met de directie. Je kan kiezen uit een groene lachende knop, een oranje neutraal kijkende knop of een rode boze knop. En als je na je vakantie je mailbox opent, dan is de reisorganisatie ontzettend benieuwd naar je ervaringen. Waarom toch altijd en overal die enquêtes? Kan de baas van Schiphol niet gewoon twee keer per week in de vertrekhal gaan plassen? De aankomsthal mag ook. Wouter Koolmees, de directeur van de NS, kan vanuit zijn geliefde Rotterdam gewoon gratis in de Intercity Direct naar Amsterdam stappen. Als hij zijn ogen en oren openhoudt, dan weet hij precies of zijn nieuwe trein gelukt is of niet. Val mij niet lastig! Stop ermee! Hef de onderzoekbureaus op. Steek geen geld meer in online vragenlijsten. Gebruik het geld en de mensen om de wachtrijen op Schiphol op te lossen. School de enquêteurs om tot conducteur.  Als alle bedrijven en instellingen nu stoppen met enquêteren en hun geld en energie stoppen in het werk waarvoor ze zijn opgericht, dan zijn binnen de kortste keren heel veel problemen opgelost.

Enquêtes Meer lezen »

Weer thuis

En dan sta je ineens weer op je koffer te wachten bij de band op Schiphol. Het was heerlijk, even tien dagen ertussenuit. Het fijne van vakantie is ook, dat je dan weer naar huis mag.

En dan rij je parkeergarage P3 uit en dan zetten ze boven de sluizen open. Code oranje vertelt de radio ons. De ruitenwissers van ons kleine autootje houden het niet bij. Ze zijn ons boven duidelijk goed gezind. Als de wolkbreuk tien minuten eerder was losgebarsten, zaten we nu zeiknat te wezen.

En dan blijkt Sjaak van der Tak de stekker uit het landbouwakkoord getrokken te hebben.

En dan moet topvoetballer Quincy Promes de gevangenis in, maar daar heeft hij helemaal geen zin in. Hij blijft liever bij zijn vrienden in Rusland. Daar snappen ze hem tenminste.

En dan heb je in datzelfde Rusland meneer Prigozjin. Die helpt de grote leider Poetin om in de Oekraïne dood en verderf te zaaien. Maar als het niet naar meneer zijn zin gaat, scheldt hij iedereen in het Kremlin helemaal verrot en  stuurt hij zijn soldaten de andere kant op, richting Moskou. Prigozjin mag nu even afkoelen bij vriend en medeschurk Loekasjenko in Wit Rusland.

En dan is het helemaal verkeerd gegaan met een klein onderzeebootje. Vier rijke heren en een jonge jongen zien we nooit meer terug. 

En dan moeten we kiezen wat erger is: Arme sloebers die verdrinken voor de Griekse kust, omdat hun gammele bootje zinkt of de vijf rijke wereldburgers die hun zeemansgraf vinden naast de Titanic.

En dan is minister Dennis Wiersma weer eens te fel geweest en stapt hij toch maar op.

En dan vechten ze bij de talkshow Op1 elkaar de tent uit.

En dan heeft in Diergaarde Blijdorp een reuzenpenisplant voor het eerst sinds zestig jaar in bloei gestaan. Twee dagen! En dus moet ik het doen met een foto in de krant.

Morgen weer lekker aan het werk. Even iets anders.  

Weer thuis Meer lezen »

Vergeten

‘S Ochtends ben ik niet op mijn best. ’s Nachts om drie uur op mijn slechts. Dat is niet erg. Niemand heeft daar last van en ikzelf al helemaal niet, want normaal gesproken slaap ik om die tijd. Maar als mijn vrouw en ik op vakantie gaan, is alles anders, dan loopt midden in de nacht de wekker af.

Alles is goed voorbereid. De koffers zorgvuldig gepakt, alvast digitaal ingecheckt en de instapkaarten uitgeprint. Wij zijn van de generatie die meer vertrouwen hebben in papier dan in een schermpje van een telefoon. Alle reispapieren zitten in de rugtas, in het vak bij de laptop. Dan kreuken ze niet. Na een snel ontbijtje en een kop koffie kunnen de koffers de auto in, om vervolgens te vertrekken richting Schiphol. Het is lekker rustig op de weg. “Vind je het gek, de zon is nog niet eens op.” Aangekomen bij P3 herkent de slagboom ons kenteken en opent automatisch. Dat is het voordeel van een goede voorbereiding. Even zoeken naar een plekje, de koffers de auto uit en een foto van het bordje waarop staat dat we in rij 7 staan. En dan breekt het zweet mij uit. Mijn vrouw ziet de schrik in mijn ogen. “Wat is er?” “Mijn rugtas! Die staat nog thuis op de stoel.” Een ogenblik lijkt alles verloren, maar binnen enkele seconden herpakken wij ons en nemen we de verschillende opties door. Terugrijden en alle snelheidslimieten negeren. Het kost zeker anderhalf uur. Dat gaan we niet doen. We kunnen onze zoon bellen en vragen of hij de tas bij ons ophaalt en dan naar Schiphol komt brengen. Maar het is nog niet eens vijf uur. Die jongen ligt nog te slapen. Hij zou zeker bereid zijn om ons te helpen, maar we gaan hem niet opzadelen met ons probleem. Hij lijkt een beetje op zijn vader. Ook hij gedijt beter in de avond dan in de vroege ochtend. En dan vinden we de oplossing; de telefoon. Alle reisdocumenten kunnen we gewoon terugvinden via het schermpje. Het werkt! Het luik waarachter we zelf onze koffer op de band kunnen zetten opent op vertoon van onze telefoon en bij de gate kleurt het lampje groen als de scanner ons schermpje van de telefoon leest. De vakantie kan nu echt beginnen. Zonder laptop, vest en krentenbollen, maar wat maakt het uit. We hebben onze telefoon. Als we in de lucht zitten sluit ik nog even mijn ogen en vraag ik mij af waarom wij in hemelsnaam nog een printer in huis hebben.

Vergeten Meer lezen »

De moeder van

In de Amsterdamse binnenstad kom je regelmatig bekende mensen tegen. Als je dan ook nog af en toe in een winkel werkt, krijg je ze zelfs wel eens te spreken. Zo sprak ik een paar weken geleden Caroline Tensen. Een aardige vrouw. Maar ook internationale sterren komen wel eens langs.

Een enthousiaste oudere dame wandelt de winkel binnen. Ze spreekt gebrekkig Engels. Ze is hartstikke blij, heeft een paar dagen in Weesp gelogeerd en vindt Amsterdam een mooie stad. Niets bijzonders. De meeste toeristen vinden Amsterdam mooi en de Nederlanders aardig en vriendelijk bovendien. Ze komt uit Barcelona, vertelt ze.  “O, dat vind ik ook een mooie stad. Ik ben er een paar keer geweest en ik ga graag naar Spanje op vakantie.” Fout! De dame begint een preek over Catalonië en Spanje. De geest van dictator Franco waart nog steeds rond en de Spanjaarden terroriseren Catalonië. “Wij mogen niet eens onze eigen taal spreken.” Oei, ik probeer het onderwerp te verleggen en vraag naar de reden van haar bezoek aan Amsterdam. Gelukt. De lach is terug. Haar dochter is sinds een paar dagen de beste van Europa. Ze heeft met FC Barcelona van Wolfsburg gewonnen in de finale van de Champions League. “Ze stonden eerst met twee nul achter en uiteindelijk wonnen ze met drie twee. Geweldig was het.” En die finale werd in Eindhoven gespeeld. Daarom is ze nu in Nederland. Haar dochter heet Aitana Bonmati. Bon Mati betekent “goede morgen” in het Catalaans, legt ze mij uit. Haar dochter draagt nummer 14 op het shirt, het nummer van Johan Cruijff, vertelt ze vol trots. “O, maar dan kent u Frenkie de Jong ook wel.” Ik moet de naam nog een paar keer herhalen, want ze begrijpt mij niet. Nadat ik haar heb uitgelegd dat onze Frenkie bij de mannen van Barcelona voetbalt, bekent ze dat ze helemaal niets met voetbal heeft. Maar haar dochter is wel Europees kampioen voetbal en daar geniet ze van. Jammer dat haar dochter er niet bij is, want om nou een selfie te maken met de moeder van een Europees kampioen…

De moeder van Meer lezen »

De traan

Twan Huys is terug.  Na zijn mislukte avontuur bij de Commerciëlen heeft hij een wandelboek geschreven, om daarna weer in genade aangenomen te worden bij de publieke omroep. En nu start een nieuwe serie van zijn programma Collegetour. Het programma dat hij zelf bedacht heeft en waarmee hij zoveel succes had. Grote namen schoven aan in de collegezaal; van de Dalai Lama tot Willem Holleeder. Spraakmakende televisie maken, dat is wat Twan wil en daarom moet zijn redactie aan de bak. Sigrid Kaag is zijn eerste gast. Sigrid doet het niet zo goed. Het is tot nu toe niet geworden wat iedereen binnen haar partij ervan verwacht had. Ze wilde de eerste vrouw worden in het Torentje. Dat lijkt niet te gaan lukken. Net als een heleboel andere politici, wordt ze bedreigd.  Er hoeft maar één gek rond te lopen en ze eindigt net als Els Borst, tekent de redactie op bij de dochters van Sigrid Kaag. De dochters van Sigrid zijn mooi in beeld en doen precies wat er van ze verwacht wordt. Ze spelen op het gemoed van hun moeder. Uit liefde, dat wel natuurlijk. Geen twijfel daarover. Tijdens de redactievergadering is iedereen euforisch. “Als we Kaag hiermee confronteren is succes verzekerd. Dit gaat haar raken. Hier gaan we mee scoren.” Tijdens de opnames komen alle verwachtingen uit. Sigrid pinkt een traantje weg. “Yes!”

Het fragment wordt gebruikt als reclamespot. Het NOS journaal opent ermee, de actualiteitenrubrieken hebben het erover en er verschijnen artikelen in de kranten. Dit is nog eens een start van een nieuw seizoen. Beter wordt het niet. Tenzij de Paus nog een keer aanschuift, want dat is de ultieme natte droom van Twan. Het is natuurlijk verschrikkelijk als je als politicus je werk niet normaal kunt doen, omdat er malloten rondlopen die het nodig vinden om te bedreigen en te intimideren. Daar moet wat aan gedaan worden. Maar of je daar de kinderen van mevrouw Kaag voor moet gebruiken, vraag ik mij af. De traan van Kaag is bedoeld ter meerdere eer en glorie van Twan Huys. Niets meer en niets minder.

De traan Meer lezen »

Museum Vlaardingen

Het windje is nog een beetje fris, maar de zon schijnt. Het is een mooie dag. Op verschillende plekken in de stad spelen bandjes en langs de haven staan kraampjes met meuk. Natuurlijk ontbreken ook de bratworsten en kroketten niet. Hemelvaartsdag in Vlaardingen is dit jaar anders dan anders, omdat de stad een week lang feest viert. Zevenhonderdvijftig jaar stadsrechten, dat is een feestje waard. “Weet je wat”, stel ik mijn vrouw voor, “we lopen nog even bij het museum naar binnen. We hebben die speciale V750 vlag nog niet en die is daar te koop.” Museum Vlaardingen is gevestigd in een prachtig pand aan de haven. Daar waar het nu zo’n gezellige drukte is. Als we voor de glazen schuifdeur staan, blijft deze dicht. Binnen is het donker. Gesloten! Op de website lees ik dat het museum op zon- en feestdagen open is van 12:00 tot 17:00, maar niet op Hemelvaartsdag. Dan is het museum gesloten. Mijn ogen rollen  bijna uit mijn hoofd van verbazing. Museum Vlaardingen is zo’n museum dat het moet hebben van vrijwilligers en subsidie. Het is goed dat het er is, maar veel bezoekers trekt het niet. In ieder geval te weinig om de eigen broek op te houden. En nu viert de stad haar geschiedenis en is het hartstikke druk voor de deur. Een uitgelezen kans om je als museum eens aan een nieuw publiek te presenteren en een beetje promotie te maken. Maar het is Hemelvaartsdag en dus is het museum gesloten. Waarom is daar geen directeur die zich eens een keer grensoverschrijdend gedraagt? Die rood aangelopen met haar vuist op tafel slaat. “Allemaal goed en wel, gloeiende, gloeiende, maar dit jaar zijn we gewoon open op Hemelvaartsdag!!! Ik zal er zelf ook zijn en ik verwacht van iedereen die hier salaris ontvangt, dat ze er ook zijn. En zorg maar dat er voldoende vrijwilligers zijn, want Museum Vlaardingen is open tijdens de feestweek. Op alle dagen! Punt!” Maar directeur Léanne Selles gedraagt zich niet grensoverschrijdend. Jammer.

Museum Vlaardingen Meer lezen »

Arme Bert

Toen Bert Wijbenga twee jaar geleden werd beëdigd als burgemeester van Vlaardingen, kreeg hij meteen een fijn dossier op zijn bordje. “In 2023 is het 750 jaar geleden dat wij in Vlaardingen stadrechten kregen”, vertelden zijn ambtenaren hem.  “Nou, dat is reden genoeg voor een mooi feest. Aan de slag allemaal, voor je het weet is het zover.” Bert is een man van aanpakken en de opgestroopte mouwen. Logisch, hij was eerder wethouder en locoburgemeester in Rotterdam. Er volgden brainstormsessies, commissievergaderingen en inspraakavonden. Op 14 mei 1273 verleende graaf Floris de Vijfde stadrechten aan de nederzetting Flardinga. “Hoe leuk zou het zijn als op zondag 14 mei 2023 de graaf weer naar Vlaardingen komt en dan zijn nieuwe stadsrechten in de vorm van een oorkonde aan de burgemeester zou overhandigen?” “Ja en dan vragen we Joris Lutz weer om Floris V te spelen. Hij heeft de rol van Dirk III een paar jaar geleden ook zo fantastisch vertolkt toen we de slag bij Vlaardingen van 1018 herdachten.”

Bert was tevreden. Hij had een goede keuze gemaakt door burgemeester te worden van Vlaardingen. Allemaal enthousiaste en creatieve mensen om hem heen en een mooi feestjaar in het vooruitzicht. Bovendien kon hij met zijn vrouw, Cora van Nieuwenhuizen, fijn de wedstrijden Feyenoord blijven bezoeken. Dat was namelijk wel een van de voorwaarden geweest van Cora, voordat hij zijn sollicitatiebrief op de bus deed. “Die seizoenkaarten gaan we niet opgeven voor jouw carrière.”

En dan is het eindelijk 14 mei 2023. Het is half vier. Het zonnetje schijnt. Het is druk op de Markt. Op het balkonnetje van het stadhuis staan twee enorme Feyenoordfans. Burgemeester Bert Wijbenga en Joris Lutz, alias Floris de Vijfde. Ze spelen hun rol voortreffelijk. De burgemeester leest het perkament voor dat hij zojuist van de graaf ontvangen heeft. Mijn vrouw en ik gaan daarna snel naar huis, om op tijd voor de televisie te zitten. We zien Feyenoord met twee vingers in de neus kampioen van Nederland worden. Bij dit soort wedstrijden wil onze burgemeester nog wel eens fotootje op Intagram plaatsen, samen met zijn Cora op de tribune. Deze keer niet. Arme Bert.

Arme Bert Meer lezen »

Dick

De wereld draait een rondje. Elke dag hetzelfde, steeds opnieuw. Dat doet zij al heel lang en dat blijft zij ook nog heel lang doen.

Twintig jaar geleden liep ik met mijn tweelingbroer een rondje over de begraafplaats. Eerst langs Daniël, dan een groet bij de koperen plaat van mijn schoonvader en daarna nog even langs bij onze moeder en oma. Ondertussen keken we naar de grafstenen. “Dat vind ik wel een mooie en zoiets is ook wel aardig.” Dick wist dat hij niet zo heel lang meer had.  Ruim een jaar later is mijn rondje iets groter en loop ik alleen. Ik lees de naam van mijn broer op zijn steen en ondertussen draait de wereld door. Een paar keer per jaar loop ik het rondje langs mijn familieleden. Dat vind ik niet vervelend, integendeel. Het is een mooie begraafplaats met hoge bomen, de vogels fluiten er vrolijk en de wereld staat er even stil. Bij Dick blijf ik altijd iets langer staan. Ik vraag mij dan af wat hij ervan gevonden zou hebben, van al die gekkigheid in die alsmaar doordraaiende wereld. Een jaar of tien geleden werd de naam van mijn schoonvader als eerste uit mijn rondje geschrapt. Volgens het reglement van de begraafplaats had zijn urn er al lang genoeg gestaan. In onze kast met herinneringen ligt zijn voorzittershamer. Daar doen we het sindsdien mee. Anderhalf jaar geleden heb ik ook de steen van Dick weggehaald. Er stond een bordje bij zijn veld. In het voorjaar van 2022 zou er geruimd gaan worden. Een jaar lang zag ik niets gebeuren en miste ik de naam van mijn broer. Maar vorige week was het veld dan toch echt leeg. Niets meer. Dick is nu echt uit de aardbodem verdwenen. Niemand die zijn naam nog kan lezen. Natuurlijk blijf ik af en toe een rondje lopen. De route en de namen veranderen en de wereld draait gewoon door. En dat is maar goed ook. Maar als u het niet erg vindt, zal ik hier zo af en toe de naam van mijn broer Dick nog eens opschrijven.

Dick Meer lezen »