De wereld draait een rondje. Elke dag hetzelfde, steeds opnieuw. Dat doet zij al heel lang en dat blijft zij ook nog heel lang doen.
Twintig jaar geleden liep ik met mijn tweelingbroer een rondje over de begraafplaats. Eerst langs Daniël, dan een groet bij de koperen plaat van mijn schoonvader en daarna nog even langs bij onze moeder en oma. Ondertussen keken we naar de grafstenen. “Dat vind ik wel een mooie en zoiets is ook wel aardig.” Dick wist dat hij niet zo heel lang meer had. Ruim een jaar later is mijn rondje iets groter en loop ik alleen. Ik lees de naam van mijn broer op zijn steen en ondertussen draait de wereld door. Een paar keer per jaar loop ik het rondje langs mijn familieleden. Dat vind ik niet vervelend, integendeel. Het is een mooie begraafplaats met hoge bomen, de vogels fluiten er vrolijk en de wereld staat er even stil. Bij Dick blijf ik altijd iets langer staan. Ik vraag mij dan af wat hij ervan gevonden zou hebben, van al die gekkigheid in die alsmaar doordraaiende wereld. Een jaar of tien geleden werd de naam van mijn schoonvader als eerste uit mijn rondje geschrapt. Volgens het reglement van de begraafplaats had zijn urn er al lang genoeg gestaan. In onze kast met herinneringen ligt zijn voorzittershamer. Daar doen we het sindsdien mee. Anderhalf jaar geleden heb ik ook de steen van Dick weggehaald. Er stond een bordje bij zijn veld. In het voorjaar van 2022 zou er geruimd gaan worden. Een jaar lang zag ik niets gebeuren en miste ik de naam van mijn broer. Maar vorige week was het veld dan toch echt leeg. Niets meer. Dick is nu echt uit de aardbodem verdwenen. Niemand die zijn naam nog kan lezen. Natuurlijk blijf ik af en toe een rondje lopen. De route en de namen veranderen en de wereld draait gewoon door. En dat is maar goed ook. Maar als u het niet erg vindt, zal ik hier zo af en toe de naam van mijn broer Dick nog eens opschrijven.