Praatjes

Elke week een praatje van Roon.

Kayak

De oude man gaat glunderend op de foto. Hij staat tussen twee jonge vlotte meiden. Ze zijn een jaar of zestien, zeventien, schat ik. Hij heeft dit concert vast cadeau gekregen van zijn kleindochters. Zij hadden gezien dat Kayak aan een afscheidstournee begon. “Kayak? Dat is toch die band waar opa al die CD-tjes van in de kast heeft staan?” Nog een half uurtje, dan begint het. Ik kom graag in poppodium De Boerderij in Zoetermeer, want ik voel mij er altijd zo lekker jong. Het merendeel van het publiek is een stuk ouder dan ik. Het zou kunnen dat mijn zelfbeeld niet helemaal strookt met de werkelijkheid, maar het gevoel is in ieder geval goed en daar gaat er toch om. Voor mij staan twee vrouwen van een jaar of vijftig. Ze voelen zich ook een stuk jonger. Net als verliefde pubers, kunnen ze niet van elkaar afblijven en ze geven elkaar af en toe een kusje. Het leidt af. De zanger van de band doet zijn stinkende best. Met zijn tamboerijn in de lucht probeert hij de zaal aan het klappen en springen te krijgen. Maar de zaal heeft last van de gewrichten. Er wordt nauwelijks geklapt en gesprongen wordt er al helemaal niet. Zelf klap ik sowieso nooit mee. Dat mag niet meer van mijn vrouw. Ik kan geen maat houden. De mannen van Kayak spelen alsof het hun laatste concert is en het klinkt fantastisch. Maar er zijn nogal wat mensen in de zaal die de band na de eeuwwisseling uit het oog verloren zijn en nu hopen op een vleugje nostalgie. Dat duurt even. Mijn voeten beginnen door te zakken. Het zal de leeftijd zijn. Hoe lang nog? En dan, het laatste nummer. Het zaallicht blijft uit. Zoals het hoort blijven we klappen, fluiten en joelen. En natuurlijk komt er een toegift. Dit is waar we op gewacht hebben: Starlight Dancer en Ruthless Queen. Ik vergeet mijn stijve rug en zere voeten en voel mij weer een jaar of twintig. Maar mijn volgende concert wordt waarschijnlijk toch in het theater, met van die lekkere stoelen.

De sterren

Het is maandagochtend. Voor de school is het druk. Dubbel geparkeerde auto’s, haastige ouders en overstekende kinderen. Met veel moeite probeer ik het grut te ontwijken. Net als ik denk dat het ergste gevaar geweken is, klap ik met mijn voorwiel ergens bovenop. Het blijkt de stalen koker te zijn waar normaal het paaltje in zit, om te voorkomen dat automobilisten het fietspad oprijden. Maar nu zit het paaltje er dus niet in en rij ik het voorwiel van mijn fiets totaal aan gort. Dat is een lekker begin van de week! Gelukkig ben ik nog maar vijf minuten van huis en kan ik rechtsomkeert maken om de auto maar weer eens te pakken. Op dinsdag ook maar met de auto naar het station, want de fiets moet nog naar de fietsenmaker. Als ik aan het eind van de dag weer in mijn autootje stap, blijkt deze zodanig toegetakeld dat hij op zeker niet door de APK zou komen. Op woensdag vertelt de meneer van de verzekering mij, wat ik eigenlijk al wist. De vijftienhonderd euro schade wordt niet vergoed. Een wildvreemde die met een steen op je auto staat te rammen noemen we vandalisme en dat valt niet onder de dekking. Op donderdag moet de papier kliko naar buiten. Als ik aan het eind van de middag de bak weer naar binnen wil halen, blijkt deze verdwenen. In de hele straat is geen kliko meer te zien. Het is duidelijk de sterren staan deze week totaal verkeerd. Maar nog diezelfde avond keert het tij. Feyenoord wint gewoon met drie één in Praag en bereikt de halve finale. Op vrijdagmiddag staat onze kliko ineens weer te stralen aan de overkant van de straat. Mijn vrouw komt er diezelfde middag achter dat zij haar elektrische fiets niet op slot gezet heeft, maar niemand vond dat een reden om er dan ook maar op weg te fietsen. Op zaterdag kan ik mijn eigen fiets ophalen bij de fietsenmaker en hij rijdt weer als een zonnetje. De gemeente Vlaardingen gaat de rekening betalen. En ach, die auto. Hoe zeg je dat ook al weer? Het is maar blik ….

Zwanen

Met de trein van Schiedam naar Delft, dat is een ritje van ongeveer 8 minuten. Soms is er iets aan de hand met een bovenleiding of een wissel, dan duurt het wat langer. Maar als de zwanen zich in de buurt van het spoor begeven, dan ben je als reiziger mooi de Sjaak. “Beste reizigers, u merkt het we staan stil”, klinkt het uit de luidspreker. “We hebben een stilstaande trein voor ons. Zodra we meer weten, informeren wij u.” “Beste reizigers, de trein voor ons staat stil achter een trein die een aanrijding heeft gehad met een zwaan. We vragen nog even uw geduld.” “Beste reizigers, we moeten nog even wachten, de dierenambulance is onderweg.” De dierenambulance? Sleep die zwaan van de rails en rijden met die trein. Er staan drie treinen stil. Weet je hoeveel mensen daar inzitten? Die willen naar hun werk, moeten naar school of hebben een belangrijke afspraak. We zitten midden in de ochtendspits en de NS besluit de dierenambulance te bellen om een aangereden zwaan te reanimeren. Wat is dit? In mijn brein wint de emotie het van de ratio. “Beste reizigers, u heeft het gemerkt. Het duurt langer dan gedacht. De machinist zal buitenlangs naar de andere kant van de trein lopen en dan rijden we terug in de richting van Rotterdam. Onze excuses voor het ongemak.” Een uurtje nadat ik in Schiedam ben ingestapt, stap ik er ook weer uit. Het perron staat stampend vol met forensen die de moed nog niet opgegeven hebben. Bij mij is die inmiddels in de schoenen gezonken. Ik besluit de fiets te pakken  en terug te rijden naar huis. Dan stap ik daar wel in de auto. Vanochtend vroeg ging het nog lekker, met windje mee. Nu heb ik hem pal tegen en blijkt hij toch harder dan ik dacht. En ja hoor, halverwege begint het ook nog te zeiken van de regen. Onder het viaduct dan maar weer het regenpak aantrekken. Twee uur te laat arriveer ik op mijn werk.

Zwanen, het zijn prachtige vogels, vooral in het water en in de lucht.

Op de camping

In 2019 kochten mijn zoon en ik kaartjes voor het driedaagse bluesfestival van 2020 in Grolloo, Drenthe. Omdat ik ongeveer vijfendertig jaar geleden het kamperen definitief heb afgezworen, leek het mij een goed idee om ook een huisje te huren met de luxe van een koelkast, TV en fatsoenlijk sanitair. Op de huurfietsen zouden we dagelijks naar het festivalterrein rijden, zodat we ook nog een lekker biertje konden drinken. Alles was prima geregeld en we verheugden ons op een topweekend. Maar in 2020 werd het bluesfestival uitgesteld. We boekten het huisje om naar juni 2021, maar ook in dat jaar ging ons muziekweekend niet door. Het huisje viel niet meer om te boeken en dus bezocht de familie de Niet vorig jaar de hunebedden op prima huurfietsen. Het ziet ernaar uit dat mijn zoon en ik in juni dan toch echt gaan genieten van drie dagen bluesmuziek met patat, hamburgers en bier. Een maand of twee geleden bedacht ik ineens, dat we nog wel een slaapplek nodig hadden. Het bungalowpark bleek al volgeboekt. Een hotelletje dan maar. Kansloos. Bed en breakfast? Niet tijdens het bluesfestival in juni. Tijdens mijn hopeloze zoektocht wees een aardige telefoniste mij op de website van de Boerhaarshoeve. Daar was misschien nog plek. Het bleek te gaan om de festivalcamping. Ik zag op het scherm van mijn laptop dat 85% van de plaatsen al waren geboekt. Het zweet brak mij uit. Wat te doen? Met de moed der wanhoop klikte ik op de knop “boeken” en reserveerde twee plekken, zodat mijn zoon en ik straks alle twee een tentje kunnen opzetten. En nu moet ik dus drie dagen overnachten op een camping. Niet in een luxe bungalowtent, maar in een klein tentje op een luchtbed. Ik ben inmiddels aan het idee gewend. Ik kijk er zelfs naar uit. Het enige waar ik mij een beetje zorgen over maak, zijn de twee bezoekjes die je als zestigjarige elke nacht brengt aan het toilet. Gelukkig werken mijn vrouw en schoondochter in de zorg. Zij wisten een oplossing. Ik kreeg het alvast voor mijn verjaardag. Een topcadeau: de plasfles.

Zomertijd

Tja, de zomertijd. In 1977 zijn we ermee begonnen. We konden in die tijd niet zo goed door één deur met de Arabieren en dus draaiden de sjeiks in het Midden-Oosten de oliekraan een beetje dicht. Na de autoloze zondag dachten we met de zomertijd het ei van Columbus gevonden te hebben. Energie besparen door de klok in het voorjaar een uur vooruit te zetten. Sinds een paar weken kunnen we helemaal niet meer door één deur met de baas van Rusland en dreigt de gaskraan dicht te gaan. De zomertijd gaat dat probleem niet oplossen, daar zijn de geleerden het inmiddels wel over eens. Waar ze het niet over eens zijn, is de vraag waar die zomertijd dan wel goed voor is. De boeren zeggen dat de koeien het niet snappen en dat de kippen van de leg raken. De natuur is in de war, de campinggasten vinden dat uurtje extra in de avond fantastisch, maar een kwart van alle Nederlanders schijnt een paar weken depressief rond te lopen als gevolg van een verstoord bioritme. Het is gedoe, dat gehannes met die klok, elk voor- en najaar. Dan stoppen we er toch mee, zou je zeggen. Maar zo simpel is dat niet. In de Europese Unie wordt er al jaren over gediscussieerd, zonder duidelijk resultaat. De klok is dit weekend dus gewoon een uurtje vooruit gezet. Sneu voor die vier miljoen landgenoten die nu weer een paar weken met een zwaar gemoed de dag moeten zien door te komen. Persoonlijk snap ik het probleem niet zo. Van mij hoeft die zomertijd niet, maar ik ga er ook niet moeilijk over doen. Mijn bioritme is na een dag al weer op orde. Ik heb de gordijnen goed dicht gedaan en de wekker op zondagochtend een uurtje later gezet. Als je van de dominee of meneer pastoor ter kerke moet, dan had je op zaterdagavond ook gewoon een uurtje eerder je bed in kunnen duiken. Probleem opgelost. Zo ingewikkeld is dat toch niet?

Week 11

Ja, ja, ik weet het. Ik heb verzaakt. Vorige week stond er geen Praatje op deze plek. O, het was u niet opgevallen? Dan ben ik blij dat u nu wel weer bij de les bent, anders doe ik al die moeite voor niets. Het levert toch al niet veel op. Van duimpjes, schaterlachjes of boze blikken kan je niet leven. Dat is de reden dat ik er nog een baantje naast heb. En daar had ik het dus vorige week druk mee, vandaar dat u niets van mij heeft kunnen lezen. Maar dit terzijde.

De ergste corona-ellende lijken we wel gehad te hebben, maar nu krijgen we weer last van het inflatiespook. De thermostaat moet een graadje lager, bij de benzinepomp loop je leeg en in de supermarkt betaal je de hoofdprijs. Afgelopen week mochten we weer eens naar de stembus, voor een nieuwe gemeenteraad. Het werd geen succes. De helft van het land doet gewoon niet meer mee. Geen interesse. “Ze luisteren toch niet”, is een veel gehoord argument. In Rusland luistert de leider wel heel goed naar zijn volk, zegt hij. En wie dat niet gelooft, is als een vlieg in je mond die moet worden uitgespuugd. Die Poetin is volledig aan het doordraaien. De oorlog wordt steeds gruwelijker en er lijkt voorlopig geen einde aan te komen. Gelukkig was er ook nog goed nieuws. Willem Engel is gearresteerd en Margriet van der Linden is gestopt met haar talkshow. Maar dan krijg je ineens een bak Saharazand over je heen en moet je kiezen: In de file voor de wasstraat of op je vrije zaterdag aan de slag met een emmertje sop om je autootje weer een beetje toonbaar te maken. Op zondag mag Max eindelijk zijn rondjes weer gaan rijden, maar dan stopt zijn auto ermee. De jongens van rood en wit staan op het veld bij de godenzonen in Amsterdam en na twee keer drie kwartier lopen ze er weer af om met nul punten terug naar Rotterdam te rijden. Zo gaat het al jaren. Je raakt eraan gewend. Morgen gaat de zon schijnen. De lente is begonnen.  

Banksy of Roon

Als fan wil je soms een beetje op je idool lijken. Ik ben fan van Banksy. De kunstenaar die niemand kent, omdat hij zich nog nooit heeft laten zien. De kans is groot dat ik totaal niet op hem lijk. Hij maakt zijn kunst meestal ’s nachts, op straat met sjablonen en spuitbussen. Een beetje humor, een beetje graffiti en een beetje politieke boodschap. Ik houd ervan. Wat zou het mooi zijn als mijn werk een beetje in de buurt kwam van dat van hem, maar ik durf niet buiten op muren te schilderen en met spuitbussen kan ik niet overweg. En toch probeer ik af en toe een beetje Banksy te zijn, maar dan met potloden, stiften en mijn computer. Gewoon vanachter mijn bureau, met een muziekje op en een kop koffie bij de hand. Afgelopen week heb ik een drieluik gemaakt met een soort boodschap en een kleine glimlach. Geïnspireerd door of, zoals u wilt, afgekeken van Banksy. En toen kwam het Rode Kruis met een actiedag voor Oekraïne. Giro 555 werd geopend. Misschien is het wat als ik mijn werk afdruk en in een lijstje doe, dacht ik ineens. Dan kan ik het verkopen en de opbrengst doneren aan het Rode Kruis. De koper heeft dan een echte Roon aan de muur. Het is niet te groot (18x35cm). Het kan overal hangen, zelfs in het kleinste kamertje. En bij elk werk dat verkocht wordt, krijgt mijn ego bovendien een aai over zijn bol. Dat zijn drie vliegen in één klap. Een echte Banksy is niet meer te betalen, maar een Roon is nog goed te doen. €35,00 + €7,00 verzendkosten. Stuur mij een berichtje via de mail of kijk in de winkel op deze website. Maakt u geen zorgen. Als niemand een drieluik van Roon aanschaft, maak ik toch een mooi bedragje over op Giro 555. Maar pas op. Als ik met al die lijsten blijf zitten, dan weet u alvast wat u van mij voor uw verjaardag krijgt.

WC-papier

Er zijn mensen die het velletje naar achteren hangen, zodat het strak langs de muur valt. Zelf hang ik de wc-rol altijd met het velletje naar voren, losjes en vrij in de lucht. Lekker belangrijk, zou je kunnen denken, maar het zou mij niet verbazen als de wijze van ophangen iets zegt over de manier waarop je in het leven staat. Laat je alles lekker vrij, zo van laat maar waaien, of moet de boel strak en op orde. Misschien heeft het te maken met het karakter, maar het zou ook aangeleerd gedrag kunnen zijn. Hingen jouw ouders het velletje naar achteren, dan hang jij automatisch ook het velletje naar achteren. WC-papier is belangrijk. Wat moet je zonder? Twee jaar geleden wisten we nog niet wat ons allemaal te wachten stond. We werden overvallen door een virus. Vanuit zijn Torentje sprak de minister president ons ernstig toe en prompt was er geen wc-papier meer te krijgen. Angst was onze raadgever, waardoor we onze winkelwagentjes volgooiden. Niet met blikvoer, flessen water en pakken rijst, maar met wc-papier. Het duurde weken voordat de supermarkten hun voorraad weer op orde hadden. Poetin begint een oorlog in Oekraïne en in Rusland gaan de mensen hamsteren. In de krant van vrijdag vertelt de Russische journalist Eoegenia Koetznetsova dat er geen wc-papier meer te krijgen was, toen ze naar de winkel ging. WC-papier blijkt de thermometer van ons gemoed. Is een volk blij en gelukkig, dan puilen de schappen in de supermarkt uit. Zijn de schappen leeg, dan is er stront aan de knikker. Ga je op visite, breng dan eerst en bezoek aan het kleinste kamertje. Hangt het velletje vrij in de lucht, dan wordt het vast een jolige avond. Hangt het velletje strak langs de muur, gedraag je dan. Volg de etiquette van het huis. Ik denk dat ik hem op een tegeltje ga zetten. Het is belangrijk genoeg.

Rattenkeutels

De geurstof musk wordt gemaakt van de testikels van een muskusrat. Daar was ik heel lang van overtuigd. Goed verhaal! Vandaar de rat in het logo van Rottlucht, vertelde ik enthousiast. Dat van die muskusrat en de geurstof blijkt toch net iets anders te liggen. Iets met de klok en de klepel. Maar dit terzijde.

Mijn zoon en ik waren uitgenodigd door de jonge journalist in opleiding, die een artikel aan ons bedrijfje wilde wijden. Om meters te maken, werkt hij drie dagen per week voor de nieuwssite Indebuurt.nl. We hadden afgesproken in een café in het centrum van Rotterdam. De jongeman schreef alles wat wij vertelden nauwkeurig op in zijn notitieboekje. Na het interview moesten er natuurlijk ook nog een paar foto’s gemaakt worden. Mijn zoon en ik zijn nooit geslaagd voor het examen van fotomodel, maar de journalist in spe wist toch een knap plaatje te schieten voor zijn artikel. Die jongen komt er wel. Vol verwachting keken wij, de mannen van Rottlucht, uit naar het artikel.

Boven het artikel staat: Wat een Rottlucht! Ronald en Stefan maken luchtje voor “echte mannen”. Goeie kop! Daaronder een prima foto. En dan: “Rattenkeutels in je geurwater”. Daar hebben we het helemaal niet over gehad. Rattenkeutels, het staat er echt. Het originele idee was om van rattenkeutels een parfum te maken voor echte mannen, noteerde de journalist in zijn artikel. Hij gaat verder met de mededeling dat het luchtje niet aansloeg bij hun klanten en dat er inmiddels een nieuwe versie op de markt is. Dat laatste, van die nieuwe versie, klopt.  Het is een juiste beschrijving van de geschiedenis, maar dat wij geurwater wilden maken van rattenkeutels vinden wij best een aardig verhaal, maar ver bezijden de waarheid. Ook dit is weer een gevalletje klok en klepel. Wij nemen het de journalist niet kwalijk. Hij is tenslotte nog in opleiding en kan al mooie foto’s maken, maar let wel op beste lezer: Geloof niet alles wat er geschreven wordt.

Die mannen

Het is wat, met al die mannen. Mannen die iets bereikt hebben, die hard gewerkt hebben om aan de top te komen, mannen die echt iets kunnen. Juist die mannen donderen nu één voor één van hun voetstuk. Nou, niet allemaal natuurlijk, maar het lijken er wel aardig wat te worden. Artiesten, bestuurders, journalisten, en ongetwijfeld vallen er ook nog een paar die de krant of de televisie niet gaan halen. Iedere man heeft wel eens seksuele fantasietjes. Als je goed in de slappe zit, kun je ermee naar professionele dames, die je dan bijvoorbeeld in de boeien slaan of liefdevol met een zweep een pak rammel geven. Allemaal prima, niets aan de hand. Persoonlijk hou ik er andere fantasietjes op na, maar daar zal ik u verder niet mee lastig vallen. Dat is voor iedereen beter. Maar er zijn dus blijkbaar mannen die er genoegen in scheppen om anderen wel lastig te vallen. Dat je je plasser in opgewonden toestand moet fotograferen vind ik al een dingetje, maar waarom moet je dat fotootje dan ook nog naar iemand sturen die daar helemaal niet om gevraagd heeft? Misschien komt het wel door corona. Al die mannen met status en ego, zijn gewend om met hun veel te grote auto indruk te maken op de meisjes. Maar door al dat thuiswerken blijft de auto in de garage en als je dan een keer naar je werk rijdt, dan blijken de meisjes thuis achter hun laptop te zitten. In het weekend over de boulevard rijden kan nog steeds, maar daar zijn de terrassen leeg. Niemand die je ziet. En die auto is nou net het verlengstuk van de plasser. Dat weet iedereen. En dus grijpen ze naar andere middelen om duidelijk te maken dat ze de grootste hebben. Het is maar een theorie.

Gelukkig lijkt het met de pandemie de goede kant op te gaan. Als het zonnetje weer gaat schijnen, zitten we hopelijk met z’n allen weer heerlijk op het terras. Wijntje of biertje op tafel. Lekker hoor. Ik ben benieuwd wie er dan allemaal weer voorbij rijden met een veel te grote auto.