Op de camping

In 2019 kochten mijn zoon en ik kaartjes voor het driedaagse bluesfestival van 2020 in Grolloo, Drenthe. Omdat ik ongeveer vijfendertig jaar geleden het kamperen definitief heb afgezworen, leek het mij een goed idee om ook een huisje te huren met de luxe van een koelkast, TV en fatsoenlijk sanitair. Op de huurfietsen zouden we dagelijks naar het festivalterrein rijden, zodat we ook nog een lekker biertje konden drinken. Alles was prima geregeld en we verheugden ons op een topweekend. Maar in 2020 werd het bluesfestival uitgesteld. We boekten het huisje om naar juni 2021, maar ook in dat jaar ging ons muziekweekend niet door. Het huisje viel niet meer om te boeken en dus bezocht de familie de Niet vorig jaar de hunebedden op prima huurfietsen. Het ziet ernaar uit dat mijn zoon en ik in juni dan toch echt gaan genieten van drie dagen bluesmuziek met patat, hamburgers en bier. Een maand of twee geleden bedacht ik ineens, dat we nog wel een slaapplek nodig hadden. Het bungalowpark bleek al volgeboekt. Een hotelletje dan maar. Kansloos. Bed en breakfast? Niet tijdens het bluesfestival in juni. Tijdens mijn hopeloze zoektocht wees een aardige telefoniste mij op de website van de Boerhaarshoeve. Daar was misschien nog plek. Het bleek te gaan om de festivalcamping. Ik zag op het scherm van mijn laptop dat 85% van de plaatsen al waren geboekt. Het zweet brak mij uit. Wat te doen? Met de moed der wanhoop klikte ik op de knop “boeken” en reserveerde twee plekken, zodat mijn zoon en ik straks alle twee een tentje kunnen opzetten. En nu moet ik dus drie dagen overnachten op een camping. Niet in een luxe bungalowtent, maar in een klein tentje op een luchtbed. Ik ben inmiddels aan het idee gewend. Ik kijk er zelfs naar uit. Het enige waar ik mij een beetje zorgen over maak, zijn de twee bezoekjes die je als zestigjarige elke nacht brengt aan het toilet. Gelukkig werken mijn vrouw en schoondochter in de zorg. Zij wisten een oplossing. Ik kreeg het alvast voor mijn verjaardag. Een topcadeau: de plasfles.