Praatjes

Elke week een praatje van Roon.

De geleerden zijn het niet eens

Mijn boerenverstand zegt mij dat het niet goed is voor mijn linker oog als ik dat helemaal niet meer gebruik. Mijn ogen werken op zich nog goed. Het probleem van dubbel zien ligt aan het feit dat de beelden van beide ogen in het brein niet netjes over elkaar gelegd worden. In principe maakt het dan niet uit welk oog je afplakt. En dus vraag ik aan de orthoptist of het niet verstandiger is om die sticker op mijn bril af en toe op het andere glas te plakken. “Nee hoor. Neurologen adviseren nog wel eens om af te wisselen, maar dat is nergens voor nodig”, antwoordt de orthoptist. Zoals u weet, ben ik niet eigenwijs en dus bekijk ik de wereld nu al ruim vier weken slechts door mijn rechter oog.

Afgelopen woensdag mocht ik voor het eerst langskomen bij de dokters in het Erasmus Medisch Centrum. De endocrinoloog legt mij nog maar eens uit dat opereren noodzakelijk is. “Zegt u het maar. Wanneer mag ik mij melden?”. De dokter wijst mij fijntjes op de wachtlijst en denkt dat ik over een paar maanden aan de beurt ben. “Over een paar maanden?”

Na de dokter met de moeilijke naam mag ik meteen door naar de neurochirurg.  Hij is een stuk schappelijker en denkt aan een paar weken. Dat duurt wat mij betreft nog te lang, maar goed, het klinkt al een stuk beter. In een poging de wachttijd nog wat te verkorten, vertel ik de chirurg dat het echt doodvermoeiend is om de hele dag met zo’n sticker op je bril te moeten rondlopen. De truc pakt anders uit dan ik had gehoopt. “Als ik u was zou ik die sticker eraf halen en kiezen voor een ooglapje. Dat geeft een rustiger beeld en u kunt het afwisselen. De ene dag voor het linker en de andere dag voor het rechter oog. Dat is echt veel beter.”

Een paar maanden of een paar weken. Eén oog afplakken of afwisselen. Wie moet je nou geloven? Voorlopig kies ik de kant van de chirurg. Hij is toch degene die ik te vriend moet houden.

Geen nieuws en andere zaken

Van het medisch front, vandaag geen nieuws.

Aan het front in Oekraïne lijkt ook niet veel te veranderen. De oorlog gaat gewoon door. Elke dag gaan er mensen dood, maar het bereikt de kranten al bijna niet meer.

Sinds kort is er een andere oorlog die de voorpagina’s beheerst. Hamas en Israël hebben binnen twee weken duizenden mensen over de kling gejaagd. Hamas gijzelt een paar honderd onschuldige burgers. Israël gijzelt twee miljoen mensen op een klein stukje land. Een conflict zonder oplossing.

Feyenoord en PSV blijven hun wedstrijdjes zonder veel problemen winnen. Bij Ajax wil dat nog steeds niet lukken. Het is daar in Amsterdam één doffe ellende. Dat is allemaal geen nieuws meer. De trainer, Maurice Steijn, was vorig jaar nog een gevierd man bij het vriendelijke Sparta. Nu is het wachten op het nieuws dat hij bij het grote boze Ajax ontslagen wordt. Waar gaat het over, zult u zeggen. En u heeft gelijk. Het is slechts entertainment. Je houdt ervan of je vindt het niets.  

Over een paar weken mogen we naar de stembus. Dat gaat dan wel weer ergens over. Aan wie vertrouwen we straks de macht toe? Wie gaat het land weer een beetje op de rails zetten? Op 22 november moeten we het weten. Achter welke naam kleuren we het hokje rood? De komende weken zullen veel nieuwe gezichten zich in de kijker proberen te spelen. Debatten en spelletjes op radio en televisie, interviews in kranten en  filmpjes op sociale media. We gaan er niet aan ontkomen. Ik ben bang dat het veel oude wijn in nieuwe zakken zal gaan worden. Of vindt u dat de mening van een zure cynische oude man? Sorry. Het zal mijn fysieke beperking zijn die het humeur in de weg zit. Gelukkig lukt het nog wel om met één oog een vrolijk tekeningetje te maken en mag ik nog alles eten van de dokter.

Slecht zicht

“Waarom krijg ik die foto’s nou niet op mijn scherm? Oh, ze zijn al verstuurd naar het EMC, zie ik. Maar dan moet ik ze toch ook nog kunnen zien?” Ik zit aan het bureau van een vriendelijke dame. Zij is de internist die mij uitgenodigd heeft om de uitslag van de mri-scan toe te lichten.  “vrouwen en computers…” denk ik bij mijzelf. Ik zeg uiteraard niets. De glimlach op mijn gezicht zou mijn gedachte kunnen verraden, maar de internist heeft alleen oog voor haar scherm.  “Ja, daar zijn ze!” Ze draait het scherm een beetje naar mij toe en toont verschillende plaatjes en legt uit wat er te zien is. Wat ik al heel lang vermoedde, wordt nu eindelijk bevestigd. Onder mijn schedel zit het barstensvol met grijze hersencellen. Prachtig! Maar ze toont ook een lelijk plekje. “Kijk, dit is de hypofyse. Die is normaal niet zo groot, maar bij u groeit daar een tumor en die drukt tegen de oogzenuw.” In het Erasmus Medisch Centrum kunnen ze dit goed behandelen. De tumor is eigenlijk altijd goedaardig en wordt weggehaald door een operatie via de neus. Ik ga u doorverwijzen.”

Op woensdag 25 oktober mag ik langskomen in het Erasmus Medisch Centrum. Ik word dan verwacht op de Polikliniek endocrinologie tijdens het spreekuur hypofyse. Voorlopig functioneer ik dus nog een paar weken met slecht zicht.

Maandag 16 oktober is het de dag van de witte stok. Gelukkig is deze bijzondere dag voor mij nog niet zo relevant, maar ik hoop wel dat ze daar in Rotterdam een beetje opschieten.

Zo scheel als een otter

Het zal toch niet waar zijn hè! Terwijl ik naar het station fiets, staan er bij het kruispunt ineens weer twee verkeerslichten. Dat grapje heb ik in juli ook al eens meegemaakt. Het is de maandag nadat Feyenoord aartsrivaal Ajax helemaal van de mat getikt heeft. Ik stond vanochtend op met een lichte hoofdpijn. Het was geen kater van gisteren. Ik heb het bij één biertje gelaten. We zijn al lang gewend aan het succes. En toch is het twee keer zo druk als normaal op het fietspad. Ik zie alles en iedereen dubbel. Zomaar, van de ene op de andere dag. De vorige keer was het na een week weer klaar. Maar ik zit helemaal niet te wachten op al die extra verkeerslichten. Ik weet zeker dat het mis gaat als ik probeer om er tussendoor te fietsen. Daarom zit ik op dinsdag weer bij de oogarts. De diagnose wordt aangepast van geknapte haarvaatjes onder de hersenpan, waardoor de oogspiertjes tijdelijk verlamd raken naar clusterhoofdpijn, mogelijk als gevolg van stress. “Maar ik heb geen stress, dokter.” “Zorg dat u goed slaapt, neem gerust pijnstillers tegen de hoofdpijn, dan zal het deze keer ook wel weer overgaan.” Met een sticker op één brillenglas verlaat ik het ziekenhuis weer. De sticker zorgt ervoor dat ik niet iedereen dubbel zie. Jammer, denk ik als ik de receptioniste passeer.  

Ondertussen had ik nog een MRI-scan tegoed en die leverde diagnose nummer drie op. “We zien op de scan een probleem bij de hypofyse.” Hypofyse? Nooit geweten dat ik die had. Hij schijnt ongeveer zo groot te zijn als een doperwt en is nogal belangrijk voor je hormoonhuishouding. De dokter zegt dat daar dus een gezwel aangroeit dat waarschijnlijk tegen de oogzenuw aandrukt. En daardoor ben ik al twee weken zo scheel als een otter. De neuroloog schakelt nu de internist in en ik mag ook nog een keer langs bij de oogarts. De medische molen draait. Dikke kans dat door al dat gedoe mijn Praatjes wat schaarser worden. Ik hoop dat u mij dat niet kwalijk zult nemen.

Wordt vervolgd…

Ouwehoeren

Als je een avondje lekker wilt ouwehoeren met je vrienden, dan haal je een kratje bier en een paar zakken chips in huis. Wijn en kaas mag ook. Zet een lekker stukkie muziek op en je hebt een topavond. Als je al die rommel niet in huis wil, dan spreek je af in de kroeg, maar als je een keer wilt genieten van live muziek, dan ga je naar een concert.

Vorige week bezocht ik een mooi openluchtconcert. De sfeer en het weer waren prima. De artiesten deden hun stinkende best, maar het publiek had het nauwelijks in de gaten. Iedereen was druk in gesprek. Hartsikke gezellig natuurlijk, maar waarom doe je dat bij een concert? Omdat het gratis was, is mijn conclusie. In mijn stad is ook een klein zaaltje waar regelmatig goede bands optreden. Ik heb u er al eerder over verteld. A.J. Plug trad er met haar band op. Voor wie de dame niet kent: Alexandra Jolanda Plug is een blueszangeres die een paar jaar geleden slokdarmkanker kreeg. Ze overleefde de ziekte en treedt weer op. Ze kreeg landelijke bekendheid, omdat Johan Derksen (de moppersnor van de televisie) haar inhuurt als chauffeur en daar zo af en toe over vertelt. Die A.J. Plug dus. Samen met mijn vrouw bezocht ik het concert in het Vlaardingse zaaltje. Plug en haar mannen speelden de pannen van het dak, maar als de gitaren het even rustig aan deden, dan overstemde het geroezemoes uit de zaal bijna de prachtige stem van Alexandra. Plaatsvervangende schaamte overvalt mij dan. “Kan iedereen even zijn muil houden als de band aan het spelen is!” zou ik dan willen roepen, maar dat doe ik niet.  Iedereen die hier binnen is heeft een kaartje gekocht. Er is een moment geweest dat je dacht: “A.J. Plug, goede muziek. Daar ga ik naar toe.” Waarom luister je dan niet, als de band gaat spelen? Ga lekker naar de kroeg. Je mag er gratis naar binnen, de muziek doet er niet toe en ze tappen je biertje in een glas in plaats van een plastic bekertje. Wat wil je nog meer?

Het dak eraf

Je moet het dak repareren als de zon schijnt. Daarom ben ik een maand of twee geleden al begonnen met mijn ritjes naar de milieustraat. Als je een grote schuur hebt, staat hij namelijk na een jaar of tien helemaal vol met zooi waarvan je niet meer wist dat je het ooit in bewaard had. “Postcode? Huisnummer?  Wat komt u brengen?” Bij elk ritje worden dezelfde vragen gesteld. Als je alle vragen goed beantwoordt, opent de portier de slagboom. De planken, het Ikea kastje en de plastic tuintafel mogen dan in de daarvoor bestemde containers.

De schuur is lekker leeg. Het voorbereidende werk zit erop. Het dak kan eraf. Plastic gootje demonteren, golfplaten eraf, de boel aan de achterkant een beetje opkrikken, golfplaten er weer op en dan aan de voorkant weer een mooi nieuw gootje. Zo moeilijk is het allemaal niet. Helaas. De golfplaten die de aannemer er ooit opgelegd heeft blijken van het degelijke soort: Vezelcement. En dat is zwaar! Die ga ik er in mijn eentje niet afhalen. Dat is vragen om ongelukken. Na een halve dag ligt het werk dus al weer stil. Gelukkig heb ik een sterke zoon in de buurt wonen die bereid is om na zijn werk een handje te komen helpen. Als het dak eraf is, begint het te regenen. Ach, als dat het ergste is. Naar de Gamma en met een auto vol weer terug. Nog een keer naar de Gamma, omdat ik toch nog een balkje nodig heb. Nog een keer, omdat ik hele grote schroeven nodig heb. En nog een keer, omdat ik niet het juiste bitje heb voor die hele grote schroeven. Het is slecht voor mijn humeur, maar het karwei is gefikst en ik ben redelijk ongeschonden uit de strijd gekomen. Niet van de trap geflikkerd, ik heb alle tien mijn vingers nog. Slechts een paar schaafwonden en spierpijn op plekken waarvan ik niet eens wist dat daar spieren zaten. Het water loopt niet meer aan de achterkant naar binnen, maar keurig aan de voorkant in het gootje. Nu alleen nog zorgen dat het gootje waterdicht is…

Afscheid

De man zwaait naar de vertrekkende trein. Hij heeft zojuist afscheid genomen van zijn geliefde en blijft alleen achter op het lege perron. Een uurtje geleden heb ik ook afscheid genomen van mijn geliefde. Dat doe ik elke dag met een kus. “Tot vanavond”. Bij de voetbalclub Ajax hebben ze afscheid genomen van een paar hele goede spelers en daarmee van de ambitie om landskampioen te worden. De kans is vrij groot dat ze nog voor de Kerst ook afscheid zullen gaan nemen van de trainer. Rond die tijd zal onze minister president waarschijnlijk uit het Torentje vertrekken. Hij heeft een tijdje geleden zijn afscheid aangekondigd. Na Mark Rutte volgde de ene na de andere prominente politicus zijn voorbeeld. De dames en heren politici hebben er geen zin meer in. Het wordt ze te heet onder de voeten. En heet was het ook de afgelopen dagen. Zo neemt Moedertje Natuur met een knal afscheid van de zomer. Wel een beetje lullig voor al die mensen die in juli en augustus in de zeikregen op de camping stonden. Wen er maar aan, zeggen al de activisten die op het hete asfalt van de A12 zitten te wachten op verkoeling van het waterkanon. Het komt door de klimaatverandering. Als we niet als de wiedeweerga afscheid nemen van de energiesubsidies, dan wordt het nog veel erger.

Ach afscheid nemen… Soms is het voor even en soms voor altijd. Soms is het vrijwillig en soms ontkom je er niet aan. Soms doet het pijn en soms geeft het lucht. Maar zoals altijd komt er na regen weer zonneschijn en zal er volgende week weer een Praatje zijn…

Coaches

Bij het schoonmaken van mijn autootje, had ik ineens een wegenkaart in mijn handen. Er zaten nog een paar handgeschreven briefjes tussen. Routes naar allerlei bestemmingen. Zonder deze gedegen voorbereiding, zou ik een jaar of tien geleden hopeloos verdwalen. De briefjes waren overigens geen garantie voor een vlot ritje. In een supermarkt van een beetje omvang, raak ik de weg al kwijt. TomTom en GoogleMaps brachten verlichting in mijn leven.

Nog niet zo heel lang geleden werd ons op zondagmorgen de weg gewezen in de kerk, zodat we in het dagelijkse leven een beetje op het rechte pad zouden blijven. Maar de dominee en meneer pastoor zitten werkloos thuis. We hebben ze niet meer nodig. Inmiddels blijkt echter dat hele volksstammen het helemaal niet zelf kunnen. Ze raken de weg kwijt in de gekte van alledag. Om de boel fysiek een beetje op orde te houden, redden de meesten het nog met digitale hulp om de pols. Het apparaatje vertelt of er goed geslapen is en of er aan het eind van de dag toch nog een rondje gelopen moet worden. Als je de druk van het polsbandje kan weerstaan, dan heb je een Personal Trainer nodig. De man of vrouw zegt dat je het kan en dat je nog even vol moet houden als je al lang buiten adem bent en het zweet van je voorhoofd gutst. En passant geeft hij of zij nog wat tips over wat je wel en niet moet eten. Als het mentale welbevinden ook achteruit gaat, dan is er tegenwoordig de leefstijlcoach en als je het helemaal niet meer weet, dan kun je terecht bij de burn-out-coach. Los van alle coaches bij de sportverenigingen lopen er in middels meer dan honderdduizend goedbetaalde coaches rond in ons kikkerlandje. Dat is tweeëneenhalf keer zoveel als tien jaar geleden.

Zelf kan ik ook al heel lang zonder de dominee, maar raak ik in paniek zonder mijn digitale wegwijscoach in de auto. Gelukkig hoef ik voorlopig geen dure leefstijlcoach in te huren. Als ik van het padje dreig te raken, sleurt mijn vrouw mij weer heel snel in het gareel. Gatis.

De ene Ajaxied is de andere niet

Voor alle duidelijkheid zeg ik het er maar meteen bij. Ik heb ook mijn eigenaardigheden en bovendien een vooroordeel over iedereen die ook maar iets met de voetbalclub Ajax te maken heeft.

Dit weekend las ik interviews met Nigel de Jong en Ronald de Boer. Beiden groot geworden bij Ajax.  Nigel is sinds kort weer in Nederland en gaat aan de slag als directeur topvoetbal van de KNVB. Hij vertelt hoe hij tegen het leven en zijn werk aankijkt, hoe bevoorrecht hij is en hoe goed Nederland zijn zaakjes voor elkaar heeft in vergelijking met de landen waar hij gewoond en gewerkt heeft. Nigel blijkt een intelligente sympathieke gast. Daarna lees ik het verhaal van  Ronald de Boer. Hij is wat ouder, maar zeker niet wijzer. Integendeel. Ronald was ambassadeur voor het WK voetbal van vorig jaar in Qatar. Hij vertelde toen op televisie dat het allemaal wel meeviel met die doden bij de bouw van de stadions. Vervolgens kreeg hij half Nederland over zich heen en verdween even in de luwte. Als hem nu gevraagd wordt of hij iets geleerd heeft van die periode, legt hij de schuld van alle ophef bij de makers van de talkshow Jinek. Daar werd hem, tegen de afspraak in, gevraagd naar de WK-doden en dat vindt Ronald not done. Daarna lees ik dat Ronald weleens jaloers is op zijn dochter die zo goed piano kan spelen. Ga ook op pianoles, denk ik dan. Maar Ronald komt niet verder dan de schuld van zijn a-muzikaliteit weer bij een ander te leggen: “Ik wou dat mijn ouders mij een instrument hadden leren spelen.” En dan vertelt hij toch soms teleurgesteld in zichzelf te zijn, omdat hij bijna nooit langs gaat bij zijn ouders, die inmiddels al behoorlijk op leeftijd zijn. Zijn vader heeft een herseninfarct gehad en loopt achter een rollator. In het interview zegt Ronald: “Straks is hij er niet meer en dan heb ik spijt.”

Een welgemeend Rotterdams advies: Lul niet. Stap in de auto en ga elke week effe een bakkie doen bij die ouwe lui! Geen woorden, maar daden. Maar ja, Ronald is van nul-twintig.  

Hollandse Ziekte

Dutch Disease of Hollandse Ziekte, kent u dat fenomeen? Het is een begrip uit de economie, maar sinds kort ook in de internationale sportwereld. Je hebt de medaille voor het grijpen en vlak voor de finish lig je met je snufferd op de grond. Mathieu van der Poel heeft de trend gezet. Twee weken geleden tijdens het wereldkampioenschap wielrennen in Schotland vertrok hij precies op het juiste moment uit een groepje met favorieten. Met zijn machtige benen trapte hij een een gaatje bij elkaar. Hij lag op koers voor goud. Maar toen kwam de bocht en gleed hij in de hekken. Knie, elleboog en schoen kapot. Maar Mathieu stapte weer op en stoempte naar de eindstreep. Hij kreeg de gouden medaille omgehangen en het Wilhelmus klonk. Hoe anders ging dat gisteren tijdens het WK atletiek? Sifan Hassan liep negen kilometer op haar gemak achterin het veld. Krachten sparen voor de eindsprint. Alles liep volgens plan. In de laatste ronde stoomt ze naar voren. Ze loopt iedereen eruit. Alleen de Ethiopische loopsters kunnen volgen. Nog twintig meter. Net als bij Mathieu zat ik juichend naar de livebeelden te kijken. “We worden wereldkampioen!”. Maar Sifan wil zichzelf voorbij lopen en dat lukt dus niet. Ze maakt een smakkerd en Ethiopië pakt goud, zilver en brons. Dan maar op de 4×400 meter gemengde estafette, want daar loopt Femke Bol als laatste. Dat betekent gegarandeerd een medaille. Alleen de kleur moet nog even bepaald worden. Ook deze race loopt weer gesmeerd. Femke ligt op kop. Het is Amerika of Nederland. Nog 5 meter en dan klapt ook Femke met haar neus tegen de grond. Haar estafettestokje vliegt als eerste over de streep, maar dat telt niet. Je moet er zelf aan vast blijven zitten en daarom klinkt het Amerikaanse volkslied in plaats van het Wilhelmus. Er komen nog kansen genoeg, hoorde ik Sifan en Femke dapper vertellen tegen de verslaggever. “Volgend jaar zijn de Olympische Spelen in Parijs. Daar gaat het om.” Laten we in de tussentijd hopen dat deze vallende ziekte niet al te besmettelijk is en dat er snel een middeltje tegen gevonden wordt.