Met angst en beven begon ik afgelopen donderdagavond aan de wedstrijd. Feyenoord speelde in Portugal tegen Benfica. Een gelijkspelletje zou al mooi zijn. Het liep allemaal heel anders. Het werd een prachtige avond. Feyenoord won de Champions League wedstrijd met maar liefst 1 – 3. Wat een avond! Na afloop werd Quinten Timber, de aanvoerder van de Rotterdammers, geïnterviewd. Quinten wilde het feestje niet alleen vieren en riep zijn maatje Antoni Milambo ook voor de camera. Het jonge talent scoorde maar liefst twee keer. En toen zei Quinten iets opmerkelijks: “Dank aan God. God bepaalt wat er gebeurd. Vandaag mocht hij (Milambo) twee goals maken.” Dat is toch bijzonder. Mooi hoor, voetballers die zo openlijk voor hun geloof uitkomen, maar als het waar is wat Quinten zegt, dan houdt God blijkbaar van voetbal en van Feyenoord in het bijzonder. God had donderdagavond even geen zin in al die oorlogen en de puinhoop die zijn schepselen ervan gemaakt hebben. Even lekker onderuit naar een potje voetbal kijken. Heerlijk. En zo’n jonge jongen gun je toch een mooie avond. Hij mag vandaag twee keer scoren waardoor Feyenoord kan winnen.
Je ziet het steeds vaker. Profvoetballers die Onze Lieve Heer aanroepen als ze het veld opkomen en hem bedanken als ze gescoord hebben. Toen ik zo oud was als Quinten, zag je dat helemaal niet op de Nederlandse velden. Op zondag zat je in de kerk en was je niet in het stadion. Niet om te kijken en al helemaal niet om er je geld te verdienen. Gelukkig was het wel toegestaan om vanaf zeven uur in de avond naar Studio Sport te kijken. Het kan verkeren. Ik zit niet meer in de kerk, maar steeds meer voetballers blijken in de Heer te zijn. Als God werkelijk bestaat, denk ik overigens dat hij wel iets anders aan zijn hoofd heeft dan een paar potjes voetbal. Maar laat die gasten van Feyenoord er vooral in geloven. God als placebo. Als je erin gelooft, dan helpt het. Maak die gasten vooral niet wijzer. Misschien kunnen we dan in het voorjaar wel weer naar de Coolsingel.