Prik

Twee jaar geleden kreeg ik voor het eerst een uitnodiging van de dokter. Dat was schrikken. Zo oud ben ik toch nog niet? Ik heb de uitnodiging afgeslagen met een vriendelijke bedankje aan zijn assistente. Die winter sloeg het virus meedogenloos toe en heb ik er een stuk of vier doosjes Antigrippine doorheen moeten jassen om een beetje op de been te blijven.  Vorig jaar leek het mij beter om nog een keer over te slaan, omdat de griepprik vlak voor een serieuze operatie gegeven zou worden. Drie weken geleden was het dan toch zover.

Samen met een heleboel oudjes meld ik mij bij de huisartsenpost voor de prik. Twee prikken zelfs. “De gRiepprik altijd Rechts” zegt de dokter.  “Die tegen pneumokokken gaat in de andere arm. Zo weten we door welk serum eventuele bijwerkingen ontstaan.” Ter geruststelling voegt de vriendelijke dokter eraan toe dat de kans hierop heel erg klein is. Maar toch…. De volgende ochtend zijn de poppen al meteen aan het dansen. Twee paracetamolletjes tegen de hoofdpijn helpen mij de dag door. Als ik na een lange dag werken thuis kom, ligt er een brief van het Ministerie van Volksgezondheid op de mat. Zijn het excuses? Is het een schadevergoeding? Niets van dat alles. Het is een uitnodiging voor nog een prik. De Coronapirk deze keer. Nou dat denk ik toch niet. De brief gaat op de stapel met nutteloze reclamefolders.

Twee weken na de griepprik krijg ik keelpijn en de volgende dag loopt het snot als een waterval mijn neus uit. Ik sleep mij door de dag en slik een stripje pillen weg. Gelukkig ben ik morgen vrij. De hele dag doe ik rustig aan. “Je moet je ziekmelden” adviseert mijn vrouw. “Gaat niet” werp ik tegen. “Ik ga vanavond vroeg naar bed en met een paar pillen op zak lukt het waarschijnlijk wel.” Zo geschiedde. En toen gebeurde er een wonder. Aan het eind van de derde dag voelde ik mij al een stuk beter. Zou dat het resultaat van die prik zijn? Ik ga toch nog maar eens op zoek naar de brief van het Ministerie.