Goden

De ramadan is weer begonnen. Onze moslimvrienden en -vriendinnen mogen een maand lang overdag niet eten en drinken van hun God, Allah. Al vallen de mussen dood van het dak, zolang het zonnetje nog schijnt mag er geen druppel gedronken worden. Het lijkt mij een nogal ongezonde manier om Allah te bedanken voor alles wat hij gegeven heeft. De rest van het jaar mag de moslim geen druppel alcohol drinken en een stukje varkensvlees is er ook niet bij. De moslimman heeft blijkbaar nogal snel last van vunzige gedachten en daarom moeten de dames een hoofddoek dragen als ze naar buiten gaan. De vrome Jood draagt een keppel en eet, net als zijn moslimbroeder, geen varkensvlees. En daar heeft de God van de Joden nog een hele serie spijswetten bij bedacht, wat het voor de serieuze Jood behoorlijk ingewikkeld maakt. Voor de Hindoe is de koe heilig, die zal echt never nooit op het bord belanden. Dan heeft de Katholiek het maar makkelijk. Alleen op vrijdag een visje in plaats van vlees. En volgens mij hoeft dat vasten voor Pasen ook niet meer zo nodig van de Katholieke God. De protestantse God heeft de teugels inmiddels lekker laten vieren, maar zijn orthodoxe variant heft nog steeds het vingertje. De vrouw moet een hoed op als zij de kerk binnengaat en mag beslist niet in mannenkleren rondlopen. De broek is taboe. Regels, regels, regels… Door de jaren wijs geworden, denk ik dat al die leefregels helemaal niet bedacht zijn door een God. Het is mensenwerk. Als je het mij vraagt zijn ze opgeschreven door lieden die het volk er een beetje onder willen houden. Iedereen moet natuurlijk zelf weten of je in een god wilt geloven en volgens welke regels je dan wilt leven. Maar wat zou het prettig zijn als iedereen zich eerst en vooral eens zou houden aan de universele waarden van alle wereldgodsdiensten; Sla je medemens niet dood. Liegen en bedriegen hoort er niet bij en stelen al helemaal niet. Kijk een beetje om naar je vader en moeder en wees lief voor elkaar.