admin

Economie

Als de prijs stijgt, dan zal de vraag dalen. Dat is een economische wetmatigheid die je op de middelbare school al bijgebracht wordt. Meestal klopt dat wel, maar tussen zeven en negen uur in de ochtend en vier en zes uur in de middag gelden er op de weg en het spoor hele andere wetten. Dan regeert moeder Natuur. Zij heeft bepaald dat het voor iedereen beter is om overdag te werken en ’s nachts te slapen. De directeuren en bestuursvoorzitters verwachten prestaties en daarom staan we aan het begin van de dag in de file en proppen we ons massaal in trein, tram en bus. Een uur of negen later doen we hetzelfde, maar dan de andere kant op. Het maakt geen moer uit hoe hoog de prijs van de benzine is, we stappen ’s morgens gewoon in de auto, want we worden op het werk verwacht. Hetzelfde geldt voor het openbaar vervoer.  Als je geen zin hebt om te fietsen of het is gewoon te ver, dan stap je ’s morgens in. Je hebt geen keus. Plicht roept.

En toen las ik een klein artikel in de krant: “De Nederlandse Spoorwegen (NS) krijgen van het kabinet groen licht om reizigers tijdens de spits vanaf 2026 een hogere ritprijs te laten betalen.” Mijn bek viel open. Waarom? Wouter Koolmees, de baas van de NS, wil de treinkaartjes in de spits tientallen procenten duurder maken, omdat de treinen dan propvol zitten. In de daluren verplaatsten we nu “warme lucht”, legt Wouter uit. Dan kunnen de kaartjes wel wat goedkoper. Wouter Koolmees is een intelligente man. Hij studeerde economie aan de universiteit van Utrecht en was minister in het kabinet Rutte-III. Zou hij echt denken dat het prijsmechanisme ook in de ochtend- en avondspits werkt? Zou hij echt denken dat de economische wetten sterker zijn dan de wetten van de natuur en de bestuursvoorzitters? Slapen doen we ’s nachts Wouter! Als je meer geld nodig hebt voor de goede zaak van het spoor, zeg dat dan gewoon. Verhoog de prijs, zorg voor meer conducteurs en zorg voor langere treinen.

Economie Meer lezen »

Maarten

Soms gaat alles gewoon z’n gangetje, is er weinig aan de hand, niets om je over op te winden. Dan valt er ook weinig op te schrijven. Wat doe je dan? Dan ga je iets doen wat je leuk vindt. In mijn geval is dat een portretje tekenen. Het is het kijkcijferkanon van de afgelopen week geworden…

Maarten Meer lezen »

Dansen

In Rotterdam hebben ze het Zomercarnaval. Drie dagen feest met als apotheose de straatparade. Een kleurrijk Caribisch spektakel waarbij wij, calvinistische droogkloten, onze ogen uitkijken. De Queen en King gaan voorop en daarachteraan dansen en swingen schaars geklede vrouwen en mannen in een lange stoet door de stad. Heel veel kleuren, nog veel meer veren en bijna geen kleren. Hartstikke leuk en prachtig bovendien. Maar er was ophef. De gemeente vond dat er in het verleden te veel gedronken werd op straat, met alle ellende van dien. Burgemeester Aboutaleb legde daarom de verkoop van alcohol aan banden. En dan was er ook het verbod op vulgair dansen, waar die arme burgemeester de schuld van kreeg. Maar die man had er niets mee te maken. Het is waar dat de burgemeester niet zo van de frivoliteiten is, daarvoor moet je bij zijn collega in Amsterdam zijn. Maar het was toch echt de organisatie van het carnaval die had besloten dat de deelnemers geen bewegingen mochten maken die lijken op “droogneuken”. Jammer, maar helaas. Als je vieze dansjes wilt zien moet je naar Amsterdam. Daar hebben ze ook een parade, maar dan op bootjes. Ook daar heel veel kleuren; Alle kleuren van de regenboog. De veren zijn er niet van de lucht en op die bootjes is het nog veel bloter dan in Rotterdam. Het is het jaarlijkse feestje van de Lhbtiq+ gemeenschap. Elke letter vertegenwoordigd een gemeenschap en de plus staat voor iedereen die vergeten is.  Zouden u en ik er dan ook bij horen? Misschien mogen wij dan ook meevaren op een bootje? Dan moet u overigens wel een vulgair dansje instuderen. Dat hoort erbij. Als u dat niet kunt of dat liever privé houdt, dan is kijken op de kade ook een optie. Of lekker thuisblijven natuurlijk. En uw eigen grijzemuizenfeestje vieren, met een bakje chips, een blokje kaas en een glaasje wijn of zo. Ik denk dat ik dat laatste kies.

Dansen Meer lezen »

Update

Het is een illusie te denken dat je als eenvoudige sterveling fluitend en ongeschonden de eindstreep haalt. “U kunt om drie uur terecht op de poli van oogheelkunde” vertelt de huisarts mij aan de telefoon. “En ik wil ook dat u even bloed laat prikken. Dat hoeft niet meteen, dat mag ook volgende week een keer, als u tijd heeft.” “Ja dokter, dank-u-wel.”

Met pupillen alsof ik net een lijntje coke gesnoven heb, loop ik met mijn vrouw door de hal van het ziekenhuis. Dat is wat oogartsen met je doen. “Laten we meteen even kijken bij de bloedafname”, stelt mijn vrouw voor. “Dat hoeft niet vandaag, dat kan volgende week ook”, sputter ik tegen. “Het is nu vast niet druk meer, ik vraag het wel even bij de balie. Wacht jij hier maar.” Het is duidelijk. Mijn vrouw werkt in de zorg en in dit gebouw heb ik maar te gehoorzamen. We mogen een nummertje trekken en moeten daarbij de knop “zonder afspraak” kiezen. Die staat dus niet op het scherm. “Ach meneer, er is net een update uitgevoerd. Er klopt meteen niets meer van.” De vriendelijke mevrouw maakt er verder geen probleem van. “Wat is uw naam?”

“De Niet”

“Uw geboortedatum?”

“Nul negen, nul vier, negentientweeënzestig”

“D. de Niet, Spechtlaan?”

Huh? D. de Niet, Spechtlaan? “Dat is mijn tweelingbroer. Of beter: Dat was mijn tweelingbroer. Hij is negentien jaar geleden overleden. Staat hij nog in uw systeem?”

De mevrouw vindt het vervelend en maakt een aantekening op een geeltje dat in haar schortzak verdwijnt. Ze zal er maandag meteen naar laten kijken, want dit is niet goed. Ik sta gelukkig een regel lager ook in haar systeem.

Ongeveer een jaar of tien geleden maakte ik hetzelfde mee aan de balie van dit ziekenhuis, herinner ik mij ineens. Sinds die tijd zijn er vrijwel zeker heel veel systeemupdates uitgevoerd, maar is het patiëntendossier vergeten. Stiekem hoop ik dat de mevrouw het briefje in haar schort ook vergeet en dat het meegaat, de wasmachine in. Ik vind het wel grappig dat Dick zo af en toe nog eens op-popt.

Update Meer lezen »

Huftertjes

Met een boogje probeert hij het lege pakje in de prullenbak te gooien. Hij raakt de rand en het valt precies aan de verkeerde kant naar beneden. Ik sta naast de onfortuinlijke werper op het balkon van de trein. We zijn er bijna. De man is een kop groter dan ik en ongeveer twee keer zo breed. Een beetje ongeïnteresseerd kijkt hij naar het resultaat van zijn mislukte worp. Ik wacht op het moment dat hij zijn afval opraapt en het alsnog in de prullenbak gooit. Tevergeefs. Zal ik er wat van zeggen? Ik denk aan de woorden van mijn vrouw: “Jij krijgt nog eens een knal voor je kop.” Ik buk en gooi zijn afval in de prullenbak. “Good job sir”, hoor ik de man zeggen. De trein stopt en we stappen beiden uit. Snel naar de fietsenstalling, want het was een lange dag. Lekker naar huis.

De zon schijnt nog volop en het is druk op de weg. De auto’s rijden naast het fietspad in file. In de blauwe auto met het open dakje zit een stoere gozer. U kent ze wel: Petje achterstevoren, één hand boven op het stuur en een beetje scheef op de stoel. Precies op het moment dat ik hem op mijn fietsje passeer, gooit hij met een ferme worp een leeg pakje sigaretten door het open dak op het wegdek. ‘Het zal toch niet waar zijn?” Ik wil wat roepen, maar het gaat te snel. De automobilist achter de stoere gast heeft het ook gezien en reageert wel: toet toooeeet! Gelukkig, ik ben niet de enige die op deze manier in de wedstrijd zit. Terwijl ik verder fiets, denk ik aan de les die ik het afgelopen seizoen van René van der Gijp geleerd heb, tijdens de uitzendingen van Vandaag Inside: “Laat gaan… “

Onze regering maakt even geen beleid meer. Het is nu aan de politieke partijen om hun verkiezingsprogramma’s vol te schrijven met oplossingen voor de grote problemen met stikstof en CO2. Maar… mag er in al die programma’s misschien ook een paragraafje om iets te doen aan al die kleine milieuhuftertjes?

Huftertjes Meer lezen »

Mark

De ene Mark is de andere niet. Mark Cavendish wil graag de geschiedenisboeken in als de wielrenner die als enige vijfendertig touretappes op zijn naam heeft staan. Hij heeft er al vierendertig, maar zijn wielercarrière zit er wel zo’n beetje op, want de jaren beginnen te tellen. Daarom zette hij nog een keer alles op alles om tijdens deze Tour de France nog een ritje te winnen. Helaas… Afgelopen zaterdag lag hij met een gebroken sleutelbeen op het asfalt. Hij zal zijn plekje in de geschiedenis moeten delen met Eddy Merckx.

Onze eigen Mark Rutte is niet zo van de sport, maar weer wel van de geschiedenis. Hij studeerde het aan de universiteit van Leiden en droomde toen al van een plekje in de boeken waarin hij zat te lezen. Precies een jaar geleden is hem dat gelukt. Toen brak hij het record van Ruud Lubbers en was Mark Rutte de langst zittende premier van ons land. Missie geslaagd. De druk was eraf. Mark kon langzaam gaan toewerken naar het moment dat hij een einde kon maken aan het ellendige verstandshuwelijk dat zijn vierde kabinet toch was. Tot de verkiezingen voor de Provinciale Staten kon hij het nog wel volhouden, maar veel langer moest het toch niet duren. Niet dat hij dacht dat zijn carrière er daarmee wel zo’n beetje op zou zitten. In tegendeel. Hij is minister president van beroep, geen wielrenner.

Het plan is snel duidelijk. “Onze jongeren kunnen geen huis meer krijgen en dat komt door al die asielzoekers. We kunnen de instroom niet meer aan.” Dat het grootste deel van de instroom bestaat uit buitenlandse studenten en arbeidsmigranten, vertelt Mark er niet bij. Daar win je geen verkiezingen mee. Het wordt een één tweetje met de partijtop. Mark krijgt de opdracht om voor het zomerreces met een oplossing te komen en daarmee kan hij zijn spel hard spelen. Zo hard dat het kabinet wel moet vallen. Mark deed het allemaal in het belang van Nederland, zal hij ons de komende maanden gaan uitleggen. Ik ben benieuwd hoeveel mensen dit nu nog gaan geloven.

Mark Meer lezen »

Enquêtes

Afgelopen week zat ik in de spiksplinternieuwe Intercity Direct. Het is een prachtige trein met fijne faciliteiten om te werken of te ontspannen. De rugleuning van de stoelen staat, wat mij betreft, iets te recht, maar dat is een detail. Van buiten en van binnen ziet de trein er pico bello uit. Vlak na het vertrek kwam er een lieftallige jonge dame langs en vroeg: “De NS is benieuwd wat u van deze trein vindt. Heeft u tijd om een enquête in te vullen?” “Ja, daar heb ik tijd voor, maar ik ga het niet doen.” Dat was sneu voor de dame, maar ik doe het niet meer. Het is een principekwestie geworden. Enquêtes in de trein, enquêtes op het perron. Laat je een pizza bezorgen, dan heb je de volgende dag een enquête aan je broek. Ga je op Schiphol naar de WC, dan hoef je geen knop meer in te drukken om door te trekken, maar wordt je bij het verlaten van het toilet gevraagd om een knop in te drukken om zo jouw ervaring te delen met de directie. Je kan kiezen uit een groene lachende knop, een oranje neutraal kijkende knop of een rode boze knop. En als je na je vakantie je mailbox opent, dan is de reisorganisatie ontzettend benieuwd naar je ervaringen. Waarom toch altijd en overal die enquêtes? Kan de baas van Schiphol niet gewoon twee keer per week in de vertrekhal gaan plassen? De aankomsthal mag ook. Wouter Koolmees, de directeur van de NS, kan vanuit zijn geliefde Rotterdam gewoon gratis in de Intercity Direct naar Amsterdam stappen. Als hij zijn ogen en oren openhoudt, dan weet hij precies of zijn nieuwe trein gelukt is of niet. Val mij niet lastig! Stop ermee! Hef de onderzoekbureaus op. Steek geen geld meer in online vragenlijsten. Gebruik het geld en de mensen om de wachtrijen op Schiphol op te lossen. School de enquêteurs om tot conducteur.  Als alle bedrijven en instellingen nu stoppen met enquêteren en hun geld en energie stoppen in het werk waarvoor ze zijn opgericht, dan zijn binnen de kortste keren heel veel problemen opgelost.

Enquêtes Meer lezen »

Weer thuis

En dan sta je ineens weer op je koffer te wachten bij de band op Schiphol. Het was heerlijk, even tien dagen ertussenuit. Het fijne van vakantie is ook, dat je dan weer naar huis mag.

En dan rij je parkeergarage P3 uit en dan zetten ze boven de sluizen open. Code oranje vertelt de radio ons. De ruitenwissers van ons kleine autootje houden het niet bij. Ze zijn ons boven duidelijk goed gezind. Als de wolkbreuk tien minuten eerder was losgebarsten, zaten we nu zeiknat te wezen.

En dan blijkt Sjaak van der Tak de stekker uit het landbouwakkoord getrokken te hebben.

En dan moet topvoetballer Quincy Promes de gevangenis in, maar daar heeft hij helemaal geen zin in. Hij blijft liever bij zijn vrienden in Rusland. Daar snappen ze hem tenminste.

En dan heb je in datzelfde Rusland meneer Prigozjin. Die helpt de grote leider Poetin om in de Oekraïne dood en verderf te zaaien. Maar als het niet naar meneer zijn zin gaat, scheldt hij iedereen in het Kremlin helemaal verrot en  stuurt hij zijn soldaten de andere kant op, richting Moskou. Prigozjin mag nu even afkoelen bij vriend en medeschurk Loekasjenko in Wit Rusland.

En dan is het helemaal verkeerd gegaan met een klein onderzeebootje. Vier rijke heren en een jonge jongen zien we nooit meer terug. 

En dan moeten we kiezen wat erger is: Arme sloebers die verdrinken voor de Griekse kust, omdat hun gammele bootje zinkt of de vijf rijke wereldburgers die hun zeemansgraf vinden naast de Titanic.

En dan is minister Dennis Wiersma weer eens te fel geweest en stapt hij toch maar op.

En dan vechten ze bij de talkshow Op1 elkaar de tent uit.

En dan heeft in Diergaarde Blijdorp een reuzenpenisplant voor het eerst sinds zestig jaar in bloei gestaan. Twee dagen! En dus moet ik het doen met een foto in de krant.

Morgen weer lekker aan het werk. Even iets anders.  

Weer thuis Meer lezen »

Vergeten

‘S Ochtends ben ik niet op mijn best. ’s Nachts om drie uur op mijn slechts. Dat is niet erg. Niemand heeft daar last van en ikzelf al helemaal niet, want normaal gesproken slaap ik om die tijd. Maar als mijn vrouw en ik op vakantie gaan, is alles anders, dan loopt midden in de nacht de wekker af.

Alles is goed voorbereid. De koffers zorgvuldig gepakt, alvast digitaal ingecheckt en de instapkaarten uitgeprint. Wij zijn van de generatie die meer vertrouwen hebben in papier dan in een schermpje van een telefoon. Alle reispapieren zitten in de rugtas, in het vak bij de laptop. Dan kreuken ze niet. Na een snel ontbijtje en een kop koffie kunnen de koffers de auto in, om vervolgens te vertrekken richting Schiphol. Het is lekker rustig op de weg. “Vind je het gek, de zon is nog niet eens op.” Aangekomen bij P3 herkent de slagboom ons kenteken en opent automatisch. Dat is het voordeel van een goede voorbereiding. Even zoeken naar een plekje, de koffers de auto uit en een foto van het bordje waarop staat dat we in rij 7 staan. En dan breekt het zweet mij uit. Mijn vrouw ziet de schrik in mijn ogen. “Wat is er?” “Mijn rugtas! Die staat nog thuis op de stoel.” Een ogenblik lijkt alles verloren, maar binnen enkele seconden herpakken wij ons en nemen we de verschillende opties door. Terugrijden en alle snelheidslimieten negeren. Het kost zeker anderhalf uur. Dat gaan we niet doen. We kunnen onze zoon bellen en vragen of hij de tas bij ons ophaalt en dan naar Schiphol komt brengen. Maar het is nog niet eens vijf uur. Die jongen ligt nog te slapen. Hij zou zeker bereid zijn om ons te helpen, maar we gaan hem niet opzadelen met ons probleem. Hij lijkt een beetje op zijn vader. Ook hij gedijt beter in de avond dan in de vroege ochtend. En dan vinden we de oplossing; de telefoon. Alle reisdocumenten kunnen we gewoon terugvinden via het schermpje. Het werkt! Het luik waarachter we zelf onze koffer op de band kunnen zetten opent op vertoon van onze telefoon en bij de gate kleurt het lampje groen als de scanner ons schermpje van de telefoon leest. De vakantie kan nu echt beginnen. Zonder laptop, vest en krentenbollen, maar wat maakt het uit. We hebben onze telefoon. Als we in de lucht zitten sluit ik nog even mijn ogen en vraag ik mij af waarom wij in hemelsnaam nog een printer in huis hebben.

Vergeten Meer lezen »

De moeder van

In de Amsterdamse binnenstad kom je regelmatig bekende mensen tegen. Als je dan ook nog af en toe in een winkel werkt, krijg je ze zelfs wel eens te spreken. Zo sprak ik een paar weken geleden Caroline Tensen. Een aardige vrouw. Maar ook internationale sterren komen wel eens langs.

Een enthousiaste oudere dame wandelt de winkel binnen. Ze spreekt gebrekkig Engels. Ze is hartstikke blij, heeft een paar dagen in Weesp gelogeerd en vindt Amsterdam een mooie stad. Niets bijzonders. De meeste toeristen vinden Amsterdam mooi en de Nederlanders aardig en vriendelijk bovendien. Ze komt uit Barcelona, vertelt ze.  “O, dat vind ik ook een mooie stad. Ik ben er een paar keer geweest en ik ga graag naar Spanje op vakantie.” Fout! De dame begint een preek over Catalonië en Spanje. De geest van dictator Franco waart nog steeds rond en de Spanjaarden terroriseren Catalonië. “Wij mogen niet eens onze eigen taal spreken.” Oei, ik probeer het onderwerp te verleggen en vraag naar de reden van haar bezoek aan Amsterdam. Gelukt. De lach is terug. Haar dochter is sinds een paar dagen de beste van Europa. Ze heeft met FC Barcelona van Wolfsburg gewonnen in de finale van de Champions League. “Ze stonden eerst met twee nul achter en uiteindelijk wonnen ze met drie twee. Geweldig was het.” En die finale werd in Eindhoven gespeeld. Daarom is ze nu in Nederland. Haar dochter heet Aitana Bonmati. Bon Mati betekent “goede morgen” in het Catalaans, legt ze mij uit. Haar dochter draagt nummer 14 op het shirt, het nummer van Johan Cruijff, vertelt ze vol trots. “O, maar dan kent u Frenkie de Jong ook wel.” Ik moet de naam nog een paar keer herhalen, want ze begrijpt mij niet. Nadat ik haar heb uitgelegd dat onze Frenkie bij de mannen van Barcelona voetbalt, bekent ze dat ze helemaal niets met voetbal heeft. Maar haar dochter is wel Europees kampioen voetbal en daar geniet ze van. Jammer dat haar dochter er niet bij is, want om nou een selfie te maken met de moeder van een Europees kampioen…

De moeder van Meer lezen »