Een weekje naar de zon in Spanje. Nog even wat vitamine D ophalen voordat we de winter ingaan. Het is Calpe geworden, net ten noorden van Benidorm. Mooi strandje, voordelige restaurantjes en de temperatuur tussen de 25 en 30 gaden. Op het gemakje ontbijten, daarna de zwembroek aan, het handdoekje in de tas en het kale bolletje alvast lekker invetten met zonnebrandcrème. Nog even langs de supermarkt voor een paar broodjes, een fles water en natuurlijk een krantje. En dan languit op het strand. Dat was de afgelopen week het dagelijks ritueel van mijn vrouw en mij. Als de krant gelezen is, is het tijd voor de natuur. Petje op en de zonnebril nog een keer goed schoonmaken. Ik heb er lang naar uitgekeken. Dit zijn de mooie momenten van het leven. Kijken naar de vloedlijn, naar al het moois dat de mensheid te bieden heeft. Dat is toch de bedoeling van het leven op het strand? De reisgidsen hebben het mij beloofd. Mooie jonge vrouwen, elegant flanerend in vrolijk gekleurde bikini’s. De strakke mannen aan hun zijde zijn voor mijn vrouw. Maar het blijkt er eind september allemaal heel anders uit te zien. Er trekt een kolonie van pensionado’s aan mij voorbij. De schoonheid hebben zij al jaren geleden achter zich gelaten. Ze trekken zich niets van mij aan. De veel te dikke vrouwen lopen schaamteloos in bikini. Bijna alle mannen hebben borsten, maar lopen toch topless. De Spaanse regering verbiedt een referendum in Catalonië, maar legt deze optocht van bejaarde dikbillen geen strobreed in de weg. Ook in Spanje zijn de wegen van politici ondoorgrondelijk. Ik had mij het zicht op zee heel anders voorgesteld en besluit daarom al op dag twee het kijkuurtje te vervangen voor een dutje. Dagdromen kan ook mooi zijn, vooral met het zand tussen je tenen en het zonnetje brandend op je rug.