Als u de komende dagen een man tegenkomt waarbij u denkt, “dat is toch Roon? Wat loopt hij raar”, dan moet u daar geen verkeerde gedachten bij hebben. Ik ben het inderdaad en ik zal mij de komende dagen waarschijnlijk een beetje raar voortbewegen. Dat komt zo:
Afgelopen zondagmiddag regende het eens een keertje niet, er scheen zelfs een flauw zonnetje. Tijd voor een klusje in de tuin. Mijn vrouw heeft op internet gelezen dat het pluimgras in het voorjaar tot net boven de grond afgeknipt moet worden. En als de plant te groot wordt, kan je hem splitsen. Ons pluimgras is groot. Veel te groot voor een stadstuintje. Geïnspireerd door de TV-reclames van Hornbach en Kornuit, trek ik mijn tuinhandschoenen aan. Met heggenschaar, spa en snoeischaar ga ik het vlijmscherpe gras te lijf. Allemachtig, het blijkt geen klusje, maar een heus project. Het pluimgras geeft zich niet zomaar gewonnen. Maar Roon is een doorzetter, dat weet u. Hij gaat door tot het gaatje. Na een dik uur vrij worstelen met gras en kluit is de klus geklaard. Voldaan neem ik plaats op het tuinbankje en drink een bakkie. Als ik opsta, weet ik hoe laat het is. De komende dagen zal mijn gevoelsleeftijd een stuk hoger liggen dan mijn dan mijn biologische.