Zoals u wellicht weet, ben ik een principieel tegenstander. Voor mij geen fiets met een motortje. Elektrische fietsen zijn voor watjes. Ik gebruik mijn spieren om vooruit te komen. Harde wind? Nou en… De versnelling een tandje lichter en gaan met die banaan. Bijkomend voordeel van zo’n ouderwetse fiets is, dat je geen tijd en geld hoeft te investeren in de sportschool.
Afgelopen maandag raasde storm Floriane over ons land. ’s Morgens had ik de wind in de rug. Met twee vingers in de neus tikte ik de vijfentwintig kilometer per uur aan en dat gewoon een half uur lang. De “loosers” op hun elektrische fietsen hadden moeite om mij te passeren. Maar Floriane blijkt een naar type. Het zat haar kennelijk niet lekker dat ik zo weinig last van haar had en dus hield ze vol, tot het einde van de dag.
Als ik na een dag werken naar het station wandel is de wind bepaald nog niet gaan liggen. In de loop van de dag zijn er bovendien felle winterse buien het land binnengetrokken. De treinreis duurt langer dan normaal, omdat hier en daar wat bovenleidingen gesneuveld zijn. In de fietsenstalling hijs ik mij in het regenpak, want er bestaat geen slecht weer, alleen slechte kleding, leert de reclame van Bever mij. Met de striemende regen in mijn gezicht ploeter ik, krom gebogen over mijn stuur, tegen de wind in. Ondertussen word ik gepasseerd door keurige dames die rechtop op de fiets zitten en geen enkele moeite hebben met Floriane. Mijn handschoenen kunnen de regen niet meer aan. Zij doen niet meer wat ze moeten doen; mijn handen warm houden. Mijn vingers verliezen het gevoel en ik ben pas op de helft. Ik schakel nog maar een tandje terug, waardoor mijn helletocht nog langer zal gaan duren. Eenmaal thuis zal ik mij weer mens voelen, maar zover is het lang nog niet. Mijn sokken beginnen nu ook nat te worden. Terwijl ik weer gepasseerd word door zo’n vriendin van Floriane op haar e-bike, vraag ik mij af wie hier nou de looser is, zij of ik?
