Iets gunnen

Aan het eind van de ploegentijdrit mocht Robbert Geesink als eerste de eindstreep passeren. Dat hadden ze bij Jumbo Visma van te voren afgesproken. Robbert Geesink fietst al bijna zijn hele leven bij dezelfde ploeg. Hij was heel goed, maar heeft ook veel pech gehad. En nu gunden zijn ploeggenoten hem de rode leiderstrui in de ronde van Spanje, die afgelopen vrijdag in Utrecht van start ging. Elkaar iets gunnen, daar hebben ze in Den Haag nog nooit van gehoord. Daar gunnen ze elkaar het licht in de ogen nog niet eens. In Den Haag draait alles om de eerstvolgende stembusgang. Het doel is de verkiezingen winnen en het landsbelang is daarbij het middel. Op de dag dat Robbert Geesink als eerste over de streep mocht rijden, liet Wobke Hoekstra in de krant optekenen dat het beter zou zijn om even te stoppen en helemaal opnieuw te beginnen. Hij wil bij de volgende verkiezingen ook eindelijk eens iets winnen. Natuurlijk heeft Wobke gelijk. Het kabinet, waarin hij zelf minister is, heeft de boel volledig uit de hand laten lopen. Het zou goed zijn om even een time-out te nemen, zodat iedereen de kans krijgt om uit de loopgraven te komen. Maar succesjes halen over de rug van je collega’s, dat doe je niet. In het wielrennen noemen ze dat “flikken”. Bij ons thuis noemen we dat een teringstreek.

Drie weken geleden schreef ik op deze plek dat het kabinet de verkiezingen voor de Provinciale Staten van volgend jaar nog wel zou halen. Daarna zou Mark Rutte een moment uitkiezen voor de bananenschil waarover hij zijn kabinet zou laten uitglijden. Dat was mijn analyse. Inmiddels is het de vraag of Mark Rutte met zijn ploeg de Kerst wel zal halen. Het lijkt er sterk op, dat Wobke al aan zijn tweede banaan begonnen is. Eén ding is mij inmiddels wel duidelijk geworden: Het is maar goed dat ik een goede baan heb en mijn boterham niet hoeft te verdienen met het duiden van het politieke nieuws.