Eén en één is drie

Eén en één is drie. Dat is wat trainers ons proberen wijs te maken. In de sport gaat deze theorie vaak op. Twee middelmatige tennissers kunnen in de dubbel iedereen van de baan slaan. Je hoeft geen elftal met alleen maar grootverdieners te hebben om in de voetballerij een wedstrijdje te winnen. Ook trainers in het bedrijfsleven komen nogal eens met dit verhaal en ook zij hebben wel een punt. Als de afdelingen lekker samenwerken, is dat goed voor het bedrijf. Zelfs een fusie van twee bedrijven kan een beter resultaat opleveren. Eén en één zou dan best wel eens drie kunnen worden. Nu lijkt het erop dat de partijleiders van de Partij van de Arbeid en Groen Links denken dat deze theorie ook opgaat in de politiek. Er moet een links front gevormd worden tegen de opmars van rechts. Hun oplossing: Fracties samenvoegen. Misschien moet er zelfs wel een fusie komen van de twee partijen. Maar de geschiedenis leert ons juist dat in de politiek één en één vaak minder dan twee is. Kijk naar het CDA. Daar is, na de glorietijd onder Ruud Lubbers, niet veel meer van overgebleven. Misschien kan de moeder van Jesse Klaver nog eens vertellen hoe Groen Links in 1990 is ontstaan. In dat jaar zijn de PPR, PSP, CPN en EVP gefuseerd. Ruim dertig jaar later zit Jesse met vijf collega’s in de Tweede Kamer. Niet echt een doorslaand succes. Maar Jesse Klaver en Attje Kuiken willen nu toch samen, want één en één is drie. De taal van de trainer.

Jesse is niet meer te redden. Hij is te ambitieus. Hij luistert naar de trainers en stroopt daarom zijn mouwen op. Maar Attje zou ik toch een advies mee willen geven. Als je jouw partij weer groot wilt maken, trek dan lessen uit het verleden. Spreek de taal van het volk. Luister eens naar Hans Spekman of google op Jan Schaefer, jouw partijgenoot die de legendarische woorden sprak “In gelul kun je niet wonen”. Spreek de taal van Hans en Jan. Dikke kans dat het goed komt.