Zuster

De leeftijd van het verplegend personeel ligt tussen de achttien en de dertig jaar, schat ik. De helft is nog in opleiding. Dat is allemaal niet erg. Voor een gezonde wat oudere Hollandse man, is het zelfs wel een prettig gezelschap. Maar wat als je nou toevallig niet zo gezond bent, wat meestal het geval is als je in een ziekenhuis ligt. Dan zijn er momenten dat je verlangt naar die ouderwetse zuster met van die grote handen en dat grijze haar. Zo’n zuster met jaren ervaring, zo’n zuster die niet zo gauw in de war raakt en de regels aan haar laars lapt, als zij dat nodig vindt. Zo’n zuster die alles al een keer meegemaakt heeft en precies weet wat je als patiënt nodig hebt; Soms een strenge blik en op een ander moment een troostende aai over je bol.

Twee dagen na de operatie zou de stoelgang toch wel op gang moeten komen. Daar wordt in het ziekenhuis goed op gelet. Poepen is van levensbelang. De zaalarts heeft mij al verteld dat de verpleging wel wat hulpmiddeltjes ter beschikking heeft om daarbij te helpen. De jonge blonde zuster brengt een po en twee tubetjes met gel die ik anaal mag inbrengen.  “Gaat dat lukken?” “Eh, ja… ik denk het wel.” Maar ik mag mijn bed niet uit. Hoe moet dat dan met die po? Het is inmiddels al bijna zestig jaar geleden dat ik daar voor het laatst op gezeten heb. En nu mag ik niet eens zitten, het moet liggend.  Een beetje onbeholpen klooiend onder de deken verlang ik naar die zuster zonder gêne. “Zo meneer De Niet, eerst even het matje onder de billen, dan blijven de lakens lekker schoon. Gaat u maar even op uw zij liggen. Daar komt-ie. Goedzo. Nu nog keer omhoog, dan schuif ik de po eronder. Blijf zo maar even een poosje liggen en denk eraan: Niet persen. Ik kom over een half uurtje weer even bij u kijken.” Waar is deze zuster?

Ach, uiteindelijk is het allemaal goed gekomen en zit ik weer lekker thuis op mijn eigen potje.