Een beetje vrolijkheid

De ellende op Haïti is niet te overzien. In Afghanistan regeert de angst. Wetenschappers waarschuwen dat we de aarde naar de gallemiezen helpen, maar als we de Noordzee volplempen met windmolens, schijnen de vissen te vertrekken en wordt het alsnog een dooie boel voor onze kust. Tot nu toe is het een zomer van lik me vessie. Van Hugo de Jonge mogen we niet naar een festival. De regen komt met bakken uit de hemel en daar waar de zon wel schijnt, staan de bossen in de fik. Als eenvoudige burger kun je wat geld storten voor mensen die getroffen zijn door een aardbeving of overstroming. Je leeft mee met de tolken in Afghanistan en als je in een fanatieke bui bent, kun je demonstreren tegen het gezwabber van onze demissionaire ministers, maar veel zoden zet het allemaal niet aan de dijk. Je zou er depressief van worden. Is er dan helemaal geen vrolijkheid? Je moet even zoeken, maar dan vind je wel wat. Jesse Klaver en Lilianne Ploumen hebben iets bedacht om de formatie van een nieuw kabinet vlot te trekken. Ze gaan als één fractie opereren. Als het niet als grap bedoeld is, is het toch om te lachen. Het zal u niet verbazen dat ik persoonlijk de laatste twee weken op donderdagavond en zondagmiddag momenten van intens geluk beleef. Het is weer fijn om supporter van Feyenoord te zijn. Maar het echte geluk komt toch meestal van dichtbij. Door alle coronaregels heeft mijn lieve oude schoonmoeder haar verjaardag al twee jaar op rij niet met haar kinderen kunnen vieren. Afgelopen zaterdag was het dan toch zover. Ze had een flinke tafel gereserveerd bij de beroemdste Chinees van Vlaardingen, ’t Platje. Een tafel bij het raam met uitzicht op de Nieuwe Maas. Na meer dan anderhalf jaar weer eens met z’n allen aan één tafel. Daar lossen we het klimaatprobleem niet mee op en ook de mensen in Haïti hebben er helemaal niets aan, maar mijn schoonmoeder had een mooie avond. Daar mag je toch ook blij van worden?