Over twee weken is het Prinsjesdag. Onze koning zal dan een troonrede moeten voorlezen van een kabinet dat die naam eigenlijk niet meer verdient. “Waarom doe ik dit”, zal hij zich tijdens het voorbereiden afvragen. “Kunnen we niet gewoon een keertje overslaan?” Hetzelfde zal onze premier zich afvragen. Die dappere Dick Schoof, die een jaar geleden nog dacht dat hij misschien wel geschiedenis kon gaan schrijven, als baas Nederland. Al heel snel moet de moed hem in de schoenen gezonken zijn. Hij heeft lang genoeg in Den Haag rondgelopen om te weten dat daar niet altijd de wetten van de logica gevolgd worden, maar hier had hij toch geen rekening mee gehouden. Hij bleek opgezadeld te zijn met een stelletje malloten. “Nou ja, nog even volhouden. Na die troonrede nog een paar dagen ouwehoeren in de Kamer en dan op naar de verkiezingen. Hopelijk lukt het die lui daarna om een beetje snel een regering in elkaar te knutselen, dan ben ik weg en zien ze mij hier nooit meer terug.”
De komende weken gaan alle politieke partijen vol op het orgel. We gaan er niet aan ontkomen. Te pas en te onpas zullen de mannen en vrouwen uit Den Haag ons gaan vertellen dat die anderen allemaal kletsverhalen ophangen en dat zij zelf de wijsheid in pacht hebben. Geert gaat de grenzen sluiten en lost daarmee de woningnood op, en trouwens ook al onze andere problemen. Laurens wil voorlopig alleen Tata Steel sluiten, om er daarna een nieuwe woonwijk te bouwen. Rob pakt het nog een beetje groter aan. Hij wil tien nieuwe steden bouwen, waarvan eentje in het IJsselmeer. Frans kan natuurlijk niet achterblijven. Hij wil de vliegvelden gaan gebruiken om woningen op te zetten.
Als het al te ingewikkeld blijkt om een spoorlijn aan te leggen van Lelystad naar Groningen, dan hoef je niet gestudeerd te hebben om te snappen dat die dames en heren politici alleen maar bezig zijn met een wedstrijdje luchtfietsen. Hopelijk weten ze na 29 oktober een beetje fatsoenlijk te landen zodat die arme Dick snel de deur achter zich kan dichttrekken.
