Grappenmaker
Ik ben een man die geen moppen kan vertellen. Heel soms probeer ik het nog wel eens, maar de lachers krijg ik niet op mijn hand. Halverwege raak ik verstrikt in het verhaal of ik geef de clou al veel te vroeg weg. Ach, jij hebt andere talenten, zijn de troostende woorden meestal na weer zo’n dappere poging. Dat kan wel zo zijn, maar ik had ook zo graag grappig willen zijn. Dat hoeft niet meteen als cabaretier in een schouwburg, maar gewoon af en toe eens een schaterlach veroorzaken. Ik bedenk de leukste grappen en grollen en moet daar zelf ook altijd hartelijk om lachen, maar ik krijg het op de één of andere manier nooit lekker over het voetlicht.
Bij ons in de bijkeuken staan twee boodschappentassen waar wij de lege flessen in verzamelen. Eén voor de flessen met statiegeld en één voor de wijnflessen die de glasbak in gaan. De eerste neem ik trouw elke week mee als ik de weekboodschappen ga halen. Halverwege mijn rondje in supermarkt kom ik langs de statiegeldautomaat. Ik ben er op het juiste moment, want deze keer geen mannen en vrouwen met vuilniszakken vol flessen en blikjes. Soepel laat ik de plastic flessen in het gat van de automaat verdwijnen, maar dan heb ik ineens een zware glazen fles in mijn handen. Hè…? Een wijnfles, en nog één. Die zijn in de verkeerde tas terecht gekomen. Ik kan mij niet herinneren dat ik ze in die tas gedaan heb. Het zal vast gezellig geweest zijn. Nou, die gaan dan maar weer mee terug. Eerst nog even langs het wijnvak voor een fijne volle fles. Terwijl ik naar de zelfscan loop, vraag ik mij af wat er zou gebeuren als zo’n leuk jong meisje mijn tassen moet gaan controleren. Dat wordt lachen. “Oh juffrouw, ik had zo’n dorst. Wat ben ik blij dat er tegenwoordig schroefdoppen op die flessen zitten. Ik ben namelijk helemaal vergeten om een kurkentrekker mee te nemen.” Als alle artikelen langs de scanner gehaald zijn, mag ik meteen afrekenen. Geen controle. Gelukkig maar.
