Prikken

Afgelopen week viel er een brief van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij mij op de deurmat. Het bleek een uitnodiging voor de coronaprik te zijn. Dat kan maar één ding betekenen: De zomer is voorbij. Misschien dat we de komende maand nog wat lekkere dagen kunnen meepikken, maar over een paar weken is het echt afgelopen. Dan gaan de tuinstoelen de schuur weer in, de winterjas kan de kast uit en de kachel gaat weer op standje 21. Met storm, regen en kou op weg naar de winter. Ik hou er niet van. ’s Morgens met dikke handschoenen aan, in het donker de deur uit en aan het eind van de dag weer in het donker terug naar huis, bah…. Het enige voordeel van de winter is, dat je kunt uitkijken naar het voorjaar. Maar eerst moet ik nog een beetje ongeschonden door de herfst zien te komen en dan proberen de winter te trotseren zonder al te veel hoesten en proesten.  Vorig jaar is dat mij wonder boven wonder gelukt. Ik heb toen nog wel getwijfeld over die coronaprik. Is het nog wel echt nodig? Probeert het ministerie haar te veel ingekochte vaccins er niet op slinkse wijze doorheen te jagen, over de rug van de oudjes? Onder licht protest heb ik mijn mouw opgestroopt en de spuit in mijn arm laten zetten. Daarna volgden ook de griepprik en die tegen pneumokokken. En wat denkt u? Ik ben als een jonge god door de winter gefietst. Dit jaar ga ik dus zonder enige twijfel in op de uitnodiging van het ministerie. Hopelijk vergeet mijn huisarts mij niet bij het uitdelen van de griepprik. Het was even wennen, maar ik heb mij erbij neergelegd. Ik behoor inmiddels tot de kwetsbaren in de samenleving. En die groep moet beschermd worden met prikjes. Prima. 22 September staat rood omcirkeld in mijn agenda. Dan mag ik mij melden voor de prik. Het voelt een beetje als Asterix die van de toverdrank mag drinken. Laat die winter maar komen!