Seinstoring

Ik was er niet bij, maar het moet weer ouderwets gezellig zijn geweest, tijdens de Vrijmibo van Prorail, regio Den Haag. “Zullen we er nog één nemen?” “Ik heb nog wel dienst straks.” “Doe niet zo ongezellig.” “Nog ééntje dan.”

Als ik om 21.30 uur in de trein van Amsterdam naar Vlissingen stap is er nog niets aan de hand. Ergens tijdens mijn ritje moet het gebeurd zijn. Vlak voor station Leiden komt de trein tot stilstand. Na een minuut of tien vertelt de conducteur dat we nog even geduld moeten hebben, omdat het nogal druk is op station Leiden. De meeste reizigers weten het dan al. Dit wordt weer een latertje. Als we het station dan toch binnenrijden, volgt de boodschap waarvan we wisten dat hij ging komen: “Deze trein zal niet verder rijden, maar terugkeren naar Amsterdam.” De borden op het perron tonen ons, dat de trein naar Dordrecht 15 minuten vertraging heeft. Even later wordt deze vertraging opgeschroefd naar 30 minuten. De juffrouw van de stationsomroep bevestigt dit. Als de trein dan eindelijk is gearriveerd en iedereen is ingestapt lezen we op het informatiescherm in de trein dat we teruggaan naar Amsterdam. Het bord op het perron zegt dat we naar Dordrecht gaan. Uiteindelijk stapt de hele meute weer uit. Een conducteur op de trap vertelt, zo rustig mogelijk, dat er totaal geen treinverkeer meer mogelijk is tussen Leiden en Den Haag. Spoedig daarna is deze boodschap ook bij de juffrouw achter de stationsmicrofoon bekend. Een grote sein- en wisselstoring en niemand van Prorail die dat even snel kan oplossen. Snapt u nu waarom ik zo’n hekel heb aan die vrijdagmiddagborrels? Ik kijk om mij heen en zie overal mensen die met hun telefoon in de weer zijn. Groepjes mensen rondom de arme NS medewerkers, die goede raad proberen te geven. Ik zie een jonge dame met tranen in haar ogen door de stationshal lopen. Maar ik zie geen volksopstand. Geen oververhitte reizigers die hun woede botvieren op de eerste de beste persoon met een NS uniform. De moderne treinforens gedraagt zich voorbeeldig. Zelfs als de seinen na een dag hard werken op rood blijven staan. Hij berust in zijn lot en zoekt zijn eigen weg. Vier keer overstappen en anderhalf uur langer onderweg. Wat is het probleem?