Heeft u ook gekeken naar het corona-alternatief voor het songfestival, Eurovision: Europe Shine A Light? Binnen twee uur werden alle 41 deelnemers er doorheen gejast. Goede formule, want er zat weer een boel ellende tussen. Een halve minuut per inzending met daarna nog een paar zinnen van de deelnemers, dat is nog wel te doen. Ik weet nu, dat muziek verbindt, dat de artiesten van mij houden en dat ik gezond moet blijven. Het geheel werd doorelkaar gepraat door mister songfestival, Cornald Maas. Hij zat eenzaam en alleen in zijn commentaarhokje. Zijn maatje Jan Smit was gepromoveerd tot gastheer van het programma. Jan is niet helemaal lekker uit zijn burn-out gekomen. Wat zag die jongen eruit! Samen met Johnny, Edsilia en Chantal mocht hij ook nog een paar regels zingen. Dat had hij beter niet kunnen doen. Ik ben toch al niet zo’n fan van de Palingsound, maar “What’s Another Year” moet je niet door Volendammers laten zingen, dat moet je overlaten aan Ieren. Of aan Chantal Janzen. Want Chantal kan alles. Chantal is de reden dat ik twee uur van mijn leven wil vergooien, naar de cynische grapjes van Cornald Maas wil luisteren en naar filmpjes van mooie steden wil kijken, waar ik voorlopig toch niet naar toe mag. Het zal u duidelijk zijn, ik heb niet zo veel met het songfestival. Sinds Vicky Leandros niet meer meedoet ben ik afgehaakt. De Griekse schone kwam twee keer uit voor Luxemburg. De eerste keer in 1967. Daar heb ik geen herinnering meer aan. Maar in 1972 zong ze Après toi en ze won. Dat weet ik nog heel goed. In mijn pyjamaatje zag ik mijn vader verliefd worden. Later speelde ik Après toi op mijn accordeon en begon ik van Vicky te dromen. Ik hoopte Vicky tijdens het programma nog een keer te zien, maar ze was niet uitgenodigd. Lenny Kuhr, Sandra Kim en Björn van Abba wel. Gelukkig was daar Chantal Janzen nog, met haar gulle lach en één bloot been. Ik kan niet wachten tot volgend jaar.