admin

Blues

Als de kanker hem niet te pakken had genomen, zou Harry Muskee op 10 juni van dit jaar tachtig geworden zijn. Harry heeft net de zeventig gehaald, maar hij blijft de koning van de Lage Landen Blues. In zijn kinderjaren heeft Harry twee jaar in Rotterdam doorgebracht. Ik ben bang dat daar dat triestige is ontstaan. De rest van zijn leven speelde Harry de blues. Dat krijg je, als je een Drent in een grote stad neerzet. Het omgekeerde is ook waar. Een stadsmens in Drenthe gaat meestal ook niet zo goed. Voor een paar dagen is dat best leuk, maar daarna snel weer terug naar de drukte. Vier dagen was voor mij lang genoeg. Een bezoekje aan een hunebed hoort er bij, maar Grolloo is een must. Het dorp is een soort bedevaartsoord voor de blues liefhebber. Midden in het dorp staat het borstbeeld van Harry Muskee. Er liggen bloemen bij. Het boerderijtje waar Harry woonde is omgetoverd tot het Cubymuseum. Er worden mensen weggestuurd, omdat het te druk is. Wij hebben gereserveerd en mogen naar binnen. Groeten uit Grollo, heet het legendarische album uit 1967 van Cuby and the Blizzards. Herman Brood speelde de piano, Harry zong de blues en het dorp werd op de kaart gezet. We vergapen ons aan de memorabilia en luisteren naar de verhalen van Harry Muskee. Als we het museumpje verlaten staat de gastheer van het museum geanimeerd te praten met een enthousiast echtpaar. Er wordt een selfie gemaakt. En dan roept de gastheer: “Doe ze de groeten in Vlaardingen.” “Hé, daar komen wij ook vandaan”, merk ik verbaasd op. Het echtpaar blijkt uit Vlaardingen te komen en de gastheer van het museum woont er ook nog steeds. Vlaardingers hebben een goede smaak, dat blijkt maar weer eens.

“Welcome to the Blues Village Grolloo” staat er op een bord als je het dorp binnenrijdt. Ze zijn er trots op Harry Muskee en de muziek die hij maakte. In Vlaardingen houden we ook van de blues, maar bij ons geen bord met Welcome to the Blues City. Wij hebben geen Harry Muskee. Wij hebben Bassie en Adriaan. Wel een goede reden om nog eens een lekker stukkie blues op te zetten.

Maandag 31 mei

Tijdens het laatste weekend van mei begint dan eindelijk de zon te schijnen. De zomer kan beginnen. Hugo de Jonge vertelt ons dat het harstikke goed gaat met het prikken en dat we waarschijnlijk in september van alle corona maatregelen verlost zullen zijn. Geen muffe mondkapjes meer in bus, trein of tram. De anderhalve meter kan overboord en tijdens verjaardagen geven we elkaar gewoon weer een warme hand of een natte zoen. Heerlijk. Goed gemutst begin ik op maandag 31 mei aan een nieuwe week. Maar rond twee uur begint mijn telefoon te piepen. Een bericht op de NS-app. Er is stront aan de knikker. Het treinverkeer in het hele land ligt plat. Nee hè. Als ik met de bus naar huis moet, doe ik er drie keer zo lang over. Aan het einde van de dag wandel ik het station binnen. Er rijden gelukkig weer een paar treinen. Een stuk minder dan normaal, maar je zult mij niet horen klagen. Ik kan gewoon met de trein naar huis. Om de drukte een beetje te mijden loop ik naar het begin van het perron. De ervaring leert dat daar minder mensen instappen. Dat is belangrijk, want het is nog geen september. Een zitplaats zit er dit ritje niet in. Dat had ik ook niet verwacht, maar voor de zekerheid loop ik de coupé door. Het wordt een plekje op het balkon. Ook hier zijn de klapstoeltjes bezet. Om en om, zoals het hoort. De conducteur blaast op zijn fluit en de deuren sluiten zich. Ik ga een beetje stevig staan en kijk gedachteloos in het rond. De mensen die een klapstoeltje bemachtigd hebben, zitten allemaal met hun hoofd naar beneden. Als de trein zich in beweging zet, kijkt de mooie jonge vrouw op van haar scherm. Haar blik kruist die van mij. En dan krijg ik de schrik van mijn leven. Terwijl ze aanstalten maakt om op te staan, spreekt zij mij aan: “Wilt u zitten meneer?”

Op maandagavond 31 mei 2021 heb ik definitief mijn jeugd verloren. 

Juichen

Vanaf het moment dat Dick Advocaat huilend van het veld afliep, werd het langzaam beter. De Feyenoord supporters konden eindelijk weer eens juichen. Op woensdag stond Donald Pols, een soort Indiana Jones met een Zuid Afrikaans accent, ook te juichen. Zijn kluppie had in de rechtszaal van het grote Shell gewonnen. Frank de Boer maakte bekend, dat Ryan  Babel niet, maar Wout Weghorst wel mee mag doen met het Nederlands Elftal. De weermannen en -vrouwen riepen al de hele week dat de zon ook weer mee ging doen. En verdomd, vrijdag was het zover. De terrassen stroomden vol en de ziekenhuizen leeg. Johan Derksen kondigde zijn vertrek aan bij de televisie, maar we kunnen nog de hele zomer dagelijks op hem afstemmen. De koning en de koningin begaven zich weer onder het volk en hielpen bij het onkruid wieden en het soppen van een cultuurcentrum in Oegstgeest. Om zeven uur op die mooie vrijdag verschenen onze twee grote roergangers, Mark en Hugo, op TV. “Jullie mogen drie dagen eerder naar de bioscoop. Is dat nou niet fijn?” En over een paar weken heeft iedereen een prikkie gehad, verzekerde Hugo ons. Maar onze lachende opperbaas Mark, lijkt er toch genoegen in te scheppen om roet in het eten te gooien. Een voetbalwedstrijdje buiten op een scherm bekijken, dat mag niet. Er moet nog wel iets te handhaven overblijven. “En, denk erom”, waarschuwde Mark ons, “niet meer dan vier vrienden uitnodigen als je voetbal gaat kijken.” Ja hoor, droom maar lekker verder, meneer de minister president. Als jij je nou lekker terugtrekt in de bedompte achterkamertjes van het Haagse Binnenhof, dan gaan wij genieten van een mooie zomer. Doe vooral rustig aan met de formatie van je nieuwe kabinet. Maak je om ons maar geen zorgen. Wij redden ons wel. Afgelopen vrijdag is de zon gaan schijnen en dat blijft hij voorlopig nog wel even doen. En met een beetje mazzel zitten we op 11 juli met heel veel vrienden voor een groot scherm te juichen als Woutje Weghorst er hem in de laatste minuut toch nog inkopt.  

Koninginnen

Het beloofde een geweldige week te worden, met Maxima op de maandagavond en daarna drie keer Chantal Janzen. Hoe mooi wil je het hebben? Koningin Maxima werd vijftig en daarom mocht Matthijs van Nieuwkerk haar interviewen. Maxima is prachtig, intelligent en ze heeft een permanente glimlach om haar mond. Haar man, onze koning, kan nog zoveel achterlijk dure speedboten kopen, als Maxima het goed vindt, dan maak ik mij er niet druk over. 

Dinsdag was het de beurt aan Chantal, de koningin van de beeldbuis. Ik heb niet zo veel met het songfestival, maar voor Chantal zet ik de televisie aan. Jan Smit deed ook mee. Jammer. Ik vind Jan helemaal niks. Dat ligt niet aan Jan maar aan mijn vooroordeel tegen alles wat uit Volendam komt. Nikkie is Nikkie. Ik vind het best. Ze doet maar. Edsilia viel mij reuze mee. Leuke vrouw met een gulle lach. Prima. Dinsdag ben ik ervoor gaan zitten. Mijn bek viel open. “Chantal!” riep ik naar de buis. “Dat heb jij toch niet nodig.” Waarom dat decolleté? Ze zal het gedaan hebben voor die lui uit Oost Europa en de Balkan. Die houden wel van een beetje ordi. Ik heb het Chantal vergeven. Donderdag was ik na tien minuten klaar. De outfit vond ik raar. Een blauwe jurk met een cape. Een soort Super Chantal uit een stripverhaal. Ik verheugde mij op zaterdagavond. Chantal kwam op in asymmetrisch goud. Ik snap het wel, maar het was niet mijn Chantal. De week dreigde daarmee op een teleurstelling uit te lopen. De avond was lang en slopend. Wijn en chips maakte het allemaal nog een beetje draaglijk. En toen was Frankrijk aan de beurt. Frankrijk is voor mij het Volendam van Europa. Er woont een apart slag volk, waar ik maar niet aan kan wennen. Maar met Barbara Pravi veranderde alles. Buiten was het guur en donker, maar binnen scheen ineens de zon. Binnen drie minuten werd Chantal van haar troon gestoten. Barbara was de koningin van de avond. Alles viel op zijn plek. Blondines kunnen best leuk en aardig zijn, maar ik val op brunettes. Ik schonk mijn vrouw nog een glas rode wijn in en stelde voor om deze zomer een weekendje Parijs te doen.

Misschien wordt het morgen beter

Het wil maar niet vlotten met dat voorjaar. April was al veel te koud en toen een paar weken geleden de terrassen dan eindelijk weer een paar uurtjes open mochten, begon het te regenen. En het wordt er ook niet beter op. De weermannen voorspellen dat we het koudste Pinksterweekend sinds mensenheugenis gaan meemaken. Dat is toch verschrikkelijk. Weet je wat ook verschrikkelijk is? Dat Feyenoord vijfde is geworden en nu tegen Sparta moet gaan voetballen om nog een kansje te maken om volgend seizoen in de troostcompetitie van Europa mee te mogen doen. Waarom hebben ze daar in Rotterdam Zuid de trainer laten zitten? Dat kan je bij FC Emmen doen, maar toch niet bij Feyenoord? Laten we nu maar hopen dat het Nederlands elftal een beetje leuk voor de dag gaat komen tijdens het Europees Kampioenschap. Veel vertrouwen heb ik daar niet in. Van Dijk gaat niet mee. Blind waarschijnlijk wel. Frank de Boer is de bondscoach, nou dan weet je het wel. Gelukkig ga ik halverwege het toernooi, samen met mijn vrouw, een weekje naar de zon. Tenminste, dat hopen wij. Vorig jaar ging het ook al niet door. Zal je net zien, gooit er dit jaar een of andere mutant roet in het eten. Beginnen die virologen weer te steigeren en zitten wij voor de buis naar de uitschakeling van Oranje te kijken. Mariette Hamer is begonnen aan haar informatieklus. Het moet snel, roepen ze allemaal in Den Haag. Wij, gewone mensen, weten dat die hele formatie een eeuwigheid zal gaan duren en dat uiteindelijk Mark Rutte zijn vierde kabinetje krijgt. Tegen die tijd hebben we de eerste herfststorm al weer lang achter de rug en gaat de klok terug naar wintertijd. “Misschien wordt het morgen beter, maar het wordt toch nooit goed”, zong Cornelis Vreeswijk in 1972. Gelukkig heb ik nooit last van depressieve buien.

Zonnepanelen

Als je al wat ouder bent, dan weet je dat vroeger alles beter was. Behalve de beeldkwaliteit van je televisie dan. Het sneeuwde vaak in die tijd. Dat kwam door de antenne op het dak. In de jaren zeventig van de vorige eeuw kwam daar een oplossing voor. Er gingen kabels de grond in. Dat koste een paar centen, maar dan had je ook wat. Meer zenders en minder sneeuw. De overheid wilde dat iedereen aan de kabel ging en vond daarom de antennes op het dak ineens niet mooi meer. Als je de antenne niet snel van het dak haalde, kreeg je een bekeuring. Zo ging dat toen.

Inmiddels hebben we een ander probleem. Het sneeuwt nu buiten ook niet meer. Te veel CO2 in de lucht. Na de antennes moeten nu ook de schoorstenen van het dak en er moeten zonnepanelen op. Zo snel mogelijk en zo veel mogelijk. De overheid probeert ons met een beetje subsidie over te halen. Maar het blijft een dure grap voor een normale hardwerkende burger. Op deze manier gaat het heel lang duren.

Wat een geluk dat we nu net een nieuwe regering krijgen. Ik heb namelijk een idee voor die mannen en vrouwen aan de formatietafel:  Jullie van de regering bepalen dat op elk dak in Nederland zonnepanelen gelegd moeten worden. En dat gaan de energiebedrijven uitvoeren en betalen. Die mogen natuurlijk niet zomaar op het dak van hun klanten klimmen en daarom betalen jullie elke huiseigenaar een vergoeding voor het gebruik van het dak. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van een aftrekpost op de inkomstenbelasting. Ik denk dat de belastingdienst dat nog wel kan regelen. Net zoals vroeger de kabel voor de televisie de straat in ging, zo gaan nu de panelen het dak op.  Straat voor straat, wijk voor wijk. Geen panelen op je dak? Dan krijg je een bekeuring aan je broek. Alle energie van je dak gaat naar het energiebedrijf en je betaalt gewoon voor de stroom die je afneemt. Niks geen gedoe met subsidies en meters die terug moeten lopen bij te veel zonneschijn. Het is maar een idee.

Regels zijn regels

“Wat is uw postcode?”

“3131 Victor Eduard”

“Huisnummer?”

“8”

“Wat komt u brengen?”

Een halfuurtje geleden voerde ik hetzelfde gesprekje met dezelfde man voor dezelfde slagboom. We hebben de schuur bij mijn zoon uitgemest en nu sta ik voor de tweede keer met een autootje vol bij de milieustraat. Deze keer heb ik een doosje voor de tafel chemisch afval bij mij, wat plaatmateriaal en twee zakken met badkamertegeltjes. Bewaard door vorige eigenaren van het huis.

“Eén zak mag in de puinbak. Bij twee zakken moet u betalen”, zegt de man in het portiershok. Ik kijk hem verbaasd aan. Ik ben een goedwillende belastingbetalende burger die moeite doet om zijn afval netjes gescheiden af te voeren. En nu mag ik het niet kwijt? “Dan kom ik die tweede zak vanmiddag wel brengen”, merk ik bijdehand op. Daar is de man in het hok niet van gediend. “Vanmiddag zit ik hier ook”. De slagboom blijft dicht. Het heeft geen zin om met de portier in discussie te gaan. Hij is een echte man. Hij is de baas en ik moet luisteren. “Dan kom ik morgen wel terug.” Onzin natuurlijk. Morgen is het zaterdag. Dan staat er een file van minstens een half uur voor deze slagboom. Maar ik ben ook een man en dus wil ik het laatste woord. Met een blik van “ik houd je in de gaten, mannetje” opent de portier de slagboom. Als ik mijn achterklep open bij de container voor het puin, kieper ik de eerste zak tegeltjes erin. Ik twijfel of ik ook de tweede er gewoon in zal gooien. Ik ben wel een man, maar niet zo’n dappere. Eenmaal thuis pak ik het pasje van de ondergrondse vuilcontainers die bij ons in de straat staan. Ze zijn voor het restafval. Ik heb het idee dat tegels niet tot die categorie gerekend worden, maar de zak glijdt er gemakkelijk in. Dat krijg je ervan als je ambtenaren opzadelt met regels, macht en de instructie om vooral niet na te denken over de gevolgen van je handelen. Ik moest ineens denken aan die arme slachtoffers van de toeslagenaffaire. Gek hè?

Weer een Koningsdag zonder terras

“Zeg Mark, ik hoor net dat je weer op het Catshuis zit. Fiets je straks nog even langs voor een borrel? En als je zin hebt, prik je daarna een vorkje mee…. Wacht even Mark. Wat is er nou Max? Ik zit effe aan de telefoon. Wat? Hugo is ook op de fiets? Nou en…. Oh oké. Ik zal het vragen. Hé Mark, Max zegt dat Hugo ook op de fiets is en vraagt of hij dan ook even meekomt. Vijf uur is prima. Tot straks.”

Ik vermoed dat het ongeveer zo gegaan is. Een telefoongesprekje tussen de koning en de minister president, vorige week zondag. Sommige families genieten van de lockdown. Geen suffige werkbezoeken. Alleen pa moet af en toe zijn gezicht laten zien. En die verjaardagen in huiselijke kring. Heerlijk! Vooral de meiden hoopten dat de regering de lockdown nog even kon rekken tot na 27 april. Die zondag dreigde het mis te gaan. Er was al gelekt dat er versoepeld zou gaan worden. De prinsessen zagen de bui al hangen. “Moeten we dan toch weer opgedirkt langs het volk schuifelen? Ik heb geen zin in al die selfies met hysterische mensen achter hekken”, snikte Ariane.  “Zo erg wordt het dit jaar helemaal niet”, suste de koning. Maar voor de zekerheid vroeg Koningin Maxima wel aan haar man om toch maar even met het Catshuis te bellen. “Je weet het met die gasten maar nooit. Voorkomen is beter dan genezen, Lex”. Het was toeval dat juist die zondag Hugo de Jonge had besloten om eens op de sportfiets naar het Catshuis te gaan. En al even toevallig zag Maxima de beelden van Hugo op zijn racefiets op televisie. Toen Mark na het beraad voorstelde om nog even bij de familie Van Oranje een borreltje te doen, sputterde Hugo eerst nog wat tegen. “De éénpersoons bezoekregeling, Mark. Dat kunnen we niet maken.” Maar het vooruitzicht om met Maxima een glaasje te drinken won het van de angst voor de fotografen. En zo lukte het de Oranjes toch om de terrassen pas op woensdag te openen.

Sexy kale mannen

Tijdens het ontbijt scrol ik gedachteloos over mijn facebooktijdlijn. Het algoritme heeft bepaald dat ik een berichtje zie over prins William van Engeland. Het gaat niet over de uitvaart van zijn grootvader of de al dan niet bijgelegde ruzie met zijn broer. Prins William blijkt uitgeroepen tot meest sexy kale man van de wereld. Waarom krijg ik dit te zien? Komt het door mijn profielfoto? Heb ik wel eens gezocht op sexy kale mannen? De wegen van Facebook zijn ondoorgrondelijk. Op het gevaar af dat ik nog veel meer sexy kale mannen te zien ga krijgen, check ik toch even het bericht over de prins. Een Brits cosmetisch chirurgiebedrijf blijkt een onderzoek gedaan te hebben. Op blogposts en webpagina’s over en in zoekopdrachten naar kale mannen werd William maar liefst 17,6 miljoen keer “sexy, heet of aantrekkelijk” genoemd. Vladimir Poetin staat ook hoog in de ranking van sexy kale mannen. Ik bekijk de fotootjes van de prins en de president. Blijkbaar is het toch waar dat macht erotiseert. Als ik klaar ben met mijn ontbijtje en mijn tanden  sta te poetsen kijk ik mijzelf nog eens goed aan in de spiegel. Best een goeie kop. Lekker kaal ook. Doe ik nou zo veel onder voor die gasten uit dat onderzoek? Hebben William en Vladimir meer sexappeal dan ik? Nee toch? Maar ik sta niet in de lijst. Gek eigenlijk. Zou het komen door mijn gebrek aan macht? Ik roep al een jaar dat de aanpak van dat virus beter moet en toch gebeurt het niet. Waarschijnlijk ligt het aan de manier waarop het onderzoek gedaan is. Ik word zelden genoemd op webpagina’s. Als ik mijn eigen naam niet af en toe op deze plek neerschrijf, zul je hem niet tegenkomen in blogs. Zelfs mijn vrouw noemt mij nooit meer sexy, heet of aantrekkelijk in haar berichtjes op facebook. Logisch dat ik niet in de lijst voorkom.

Pleisterfabriek

Het was het laatste onderwerp in een uitzending van EenVandaag.  Hoe Leiden het biomedisch centrum van Europa werd. Hollands Glorie Potverdorie. Zoiets. Op het Bio Science park in Leiden gebeurt het. Hier worden belangrijke medicijnen ontwikkeld en gemaakt. Helemaal aan het einde van de reportage vertelt Mike de Leeuw, dat zijn bedrijf straks de vaccinpleister gaat maken. Met zo’n pleister heb je minder vaccin nodig en het werkt beter. “Dit is de oplossing!” riep ik tegen mijn vrouw. “Trek maar een flesje open.” De ondernemer op de televisie was nog niet uitgesproken of Rik van de Westelaken kwam in beeld: “Tot zover EenVandaag.” Gespannen wachtte ik op het Achtuurjournaal, maar niets over de pleister. De volgende morgen geen letter over de pleister in de krant. Maar dit is toch revolutionair? Geen prikstraten, geen logistieke drama’s, geen overbelaste huisartsen. Gewoon iedereen een envelopje in de bus met een paar pleisters en we zijn vrij! Twee zinnen van een trotse “wetenschappelijk ondernemer” aan het einde van een reportage en daarna stilte. Hoe kan dat nou? Ik raadpleeg mijn vrienden van Google. Bijna 4 jaar geleden maakt de site van de NOS melding van het feit dat er een oplossing nabij is voor iedereen met naaldfobie: de vaccinatiepleister. Op 13 september 2018 schrijft de Vereniging van Innovatieve Geneesmiddelen: “Onderzoekers hebben een griepvaccin ontwikkeld dat mensen bij zichzelf kunnen toedienen door een soort pleister op de huid te plakken. Dat maakt snelle verspreiding via de post mogelijk en dat is een uitkomst tijdens pandemieën.” In november 2018 meldt RTL nieuws dat de kans groot is dat je binnenkort pijnloos gevaccineerd kan worden met een pleister.

Het is nu april 2021. Ik zie Hugo de Jonge op werkbezoek in het distributiecentrum waar de vaccins opgeslagen liggen. Ik hoor Hugo de Jonge trots vertellen dat er al driemiljoen prikken zijn gezet en Hugo de Jonge waarschuwt ons voor te veel optimisme. “We moeten volhouden”. Kom op Hugo. Ga eens op werkbezoek naar Leiden en stamp als de sodemieter met Mike de Leeuw die pleisterfabriek uit de grond!